Terug naar overzicht
16 juni 2025

Wat u al wist over 35-minners

UWV heeft onderzoek uitgevoerd naar de financiële en sociaaleconomische situatie van 35-minners. We zouden kunnen volstaan met de conclusie dat de financiële en sociaaleconomische situatie na een 35-minbeoordeling voor velen zorgelijk is, maar dat doet geen recht aan het onderzoek. Wel wordt er door de onderzoekers veel geconcludeerd waar u waarschijnlijk al van op de hoogte bent.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Het onderzoek van UWV bestaat eigenlijk uit een verslag van de bevindingen van meerdere onderzoeken die UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben laten uitvoeren. Samengevat trekt UWV de volgende conclusies die u niet onbekend zullen voorkomen:

  • Mensen uit lage inkomensgroepen hebben een grotere kans om een arbeidsongeschiktheidspercentage onder de 35% toegekend te krijgen. Dit komt doordat de WIA een verzekering is tegen inkomensverlies, niet tegen gezondheidsverlies. Dit voelt voor veel cliënten onrechtvaardig.
  • Twee op de drie 35-minners slagen er niet in om na de 35-minbeoordeling minimaal 65% van hun laatstverdiende loon te verdienen, terwijl ze daar volgens de beoordeling wel toe in staat zouden moeten zijn.
  • Na de beoordeling blijft of gaat ongeveer de helft van de 35-minners aan het werk. De rest komt (weer) terecht in de Ziektewet- en/of een arbeidsongeschiktheidsuitkering, verdwijnt van de arbeidsmarkt of ontvangt langdurig een bijstandsuitkering. Mensen die erin slagen om hun werk te behouden of nieuw werk te vinden, hadden vaak al een betere uitgangspositie in vergelijking met de groep die daar niet in slaagt: een relatief hoog inkomen voordat ze ziek werden, vaker hoog of middelbaar opgeleid, vaker een rijk arbeidsverleden en vaker ziek vanuit een vaste baan bij een werkgever.
  • Een deel van de 35-minners heeft te maken met serieuze gezondheidsklachten, zowel fysiek als mentaal. Zij krijgen vaak te maken met een stapeling van problemen op het gebied van gezondheid, inkomen, mobiliteit en het sociale netwerk, wat een negatief effect heeft op hun sociaal-emotioneel welbevinden.

Tot zover de problemen. UWV (en/of de werkgever) kan op drie momenten de dienstverlening en informatieverstrekking aan 35-minners verbeteren: voor, tijdens en na de beoordeling. Vóór de beoordeling is het van belang om werknemers in een persoonlijk gesprek te informeren over wat zij kunnen verwachten bij een Ziektewet-beoordeling of WIA-claimbeoordeling. Ook over de (reële) mogelijkheid dat de Ziektewetuitkering wordt beëindigd of een WIA-uitkering wordt afgewezen. Tijdens de beoordeling is aan te raden dat het beoordelingsgesprek én het gesprek waarin de 35-minner de uitkomst van de beoordeling hoort zoveel mogelijk face to face is en niet telefonisch. Het gesprek waarin de beoordelingsuitkomst wordt verteld, kan daarnaast ook gebruikt worden om door te verwijzen naar andere inkomensondersteunende regelingen en tips te geven over hoe om te gaan met de verslechterde gezondheidssituatie. In de fase ná de beoordeling is het belangrijk dat 35-minners nazorg krijgen, bijvoorbeeld tijdens een spreekuur waar 35-minners vragen kunnen stellen en (indien gewenst) re-integratieondersteuning kunnen krijgen. Binnen de regionale Werkcentra kunnen gemeenten dit verzorgen voor 35-minners zonder (WW-)uitkering. Ook zou er meer aandacht moeten komen voor het aanbieden van (ingekochte) re-integratiedienstverlening in én buiten de WW-dienstverlening.

De onderzoekers geven ook aan dat verlaging van de uitkeringsgrens, zoals onder andere door OCTAS voorgesteld, geen oplossing is. Nog steeds zullen het vooral laagbetaalde mensen met regelmatig serieuze gezondheidsklachten zijn die te maken zullen krijgen met een afwijzing voor de WIA. Bovendien ontvangen mensen met een laag arbeidsongeschiktheidspercentage een lage WIA-uitkering.