Terug naar overzicht
01 mei 2017

Wat er moet veranderen aan de WIA

Afgelopen week heeft minister Asscher het rapport van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) over het vergroten van arbeidsparticipatie van arbeidsongeschikten met een werknemersverzekering gepubliceerd. De IBO-onderzoekers stellen vast dat

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Afgelopen week heeft minister Asscher het rapport van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) over het vergroten van arbeidsparticipatie van arbeidsongeschikten met een werknemersverzekering gepubliceerd. De IBO-onderzoekers stellen vast dat het vergroten van de financiële verantwoordelijkheid van werkgevers erg effectief is geweest in het verkleinen van de instroom in de WIA. Werkgevers geven veelal aan dat zij het ook goed vinden dat ze een verantwoordelijkheid hebben bij de re-integratie. Werknemers hebben daarentegen vaak weinig financieel belang om zo snel mogelijk een werkhervattingspoging te doen als ze ziek zijn, omdat ze doorgaans 100% van hun loon doorbetaald krijgen. Het is daardoor de vraag of de balans tussen werkgevers- en werknemersverplichtingen optimaal is vormgegeven. Met 15 aanbevelingen denken de onderzoekers die balans te vinden en flink op de arbeidsongeschiktheidslasten te besparen.

Knelpunten

De verstoorde balans draagt er aan bij dat werkgevers risico’s ontwijken door de keuze van contractvorm van arbeidsrelaties. Naast de verstoorde balans constateert het IBO-onderzoek nog enkele andere knelpunten van de huidige wetgeving. In de huidige WIA-systematiek is het verlies aan verdiencapaciteit verzekerd. Vanuit de doelstelling om mensen te prikkelen en te helpen om hun resterende mogelijkheden te benutten, is dat niet altijd logisch omdat de re-integratieverplichtingen en –instrumenten zijn gekoppeld aan het uitkeringsregime. Daardoor worden werknemers in de regelingen 35-min, WGA-80-100 en IVA niet voldoende bediend. Verder speelt scholing nauwelijks een rol in de WIA, terwijl dit voor bijvoorbeeld 15% van de volledig arbeidsongeschikte WGA’ers een manier zou kunnen zijn om uit de arbeidsongeschiktheid te geraken. Een ander punt dat belemmerend werkt op arbeidsparticipatie is het risico op een herbeoordeling en het verlies van de uitkering. De onderzoekers komen met 15 opties die ervoor kunnen zorgen dat werknemers minder vaak de WIA instromen en dat als er wel instroom is, er vaker gebruik wordt gemaakt van de resterende verdiencapaciteit. We hebben ze voor u op een rij gezet.

Mogelijke oplossingen

De beleidsopties die de IBO-onderzoekers voorstellen omvatten geen radicale wijziging van het Nederlandse stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid. De reden daarvan is dat andere landen op dit terrein niet significant beter scoren dan Nederland. Er is daarmee geen rechtvaardiging voor een grote stelselwijziging[1].

Optie 1: Beperken bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

Het afspreken van bovenwettelijke aanvullingen zou ontmoedigd kunnen worden door een akkoord hierover te sluiten met de sociale partners. Extra fiscaal belasten van bovenwettelijke aanvullingen is ook een mogelijkheid net als een wettelijke begrenzing voor de hoogte van de loondoorbetaling bij ziekte. Beide opties zijn echter een stuk lastiger te verwezenlijken dan een sociaal akkoord.

Optie 2: Werkgeversrol voor vangnetters

Om de verzuimbegeleiding en re-integratiedienstverlening door UWV te intensiveren kan de capaciteit van de uitvoeringsinstelling worden vergroot. Een andere mogelijkheid is dat ZW-eigenrisicodragerschap (voor zieke uitzendkrachten en eindedienstverbanders) verplicht wordt. Als dit niet mogelijk blijkt, kan worden verkend of een sterkere premiedifferentiatie kan worden ingevoerd in de publieke verzekering van deze groepen, ook voor kleine werkgevers. Dat stimuleert werkgevers om vaker te kiezen voor eigenrisicodragerschap.

Optie 3: Anticumulatie WW-ZW

Voor vangnetters zonder werkgever wordt het verblijf in de Ziektewet in mindering gebracht op hun resterende WW-recht. Na maximaal vier jaar (twee jaar WW plus twee jaar ZW) komen zij bij de WIA-poort. De duur van de loongerelateerde WGA-uitkering wordt korter voor mensen die een ZW-uitkering hebben ontvangen.

Optie 4: Afschaffen recht op arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting

De arbeidskorting en inkomensafhankelijke korting wordt afgeschaft voor ZW-vangnetters. Zo heeft de vangnetter geen substantiële inkomensdaling als zij zich beter melden en naar de WW overgaan.

Optie 5: Aanscherpen WIA-claimbeoordeling

De eis uit het Schattingsbesluit, dat er minimaal 3 functies geduid moeten worden die ieder minimaal 3 arbeidsplaatsen vertegenwoordigen (3x3), kan worden aangepast naar 2x3 of 1x3. Daarnaast kan voor de claimbeoordeling worden aangenomen dat elke functie in het CBBS ook in deeltijd bestaat.

Optie 6: Scholing

Voor de groep voor wie scholing zinvol is voor werkhervatting, komt er een recht op en plicht tot scholing. Deze groep krijgt drie jaar de tijd om zich bij- of om te scholen, ondersteund door een loongerelateerde uitkering op 70% niveau. Bij niet meewerken gaat de uitkering omlaag naar een vervolguitkering op basis van het minimumloon na afloop van de reguliere loongerelateerde fase WGA.

Optie 7: Meer inzet op re-integratie

De inzet van re-integratie moet gericht zijn op alle mensen in de WIA en 35-min die mogelijkheden hebben om betaalde arbeid te verrichten. Daarnaast willen de IBO-onderzoekers een structureel programma voor experimenten en pilots over re-integratie en activering, gekoppeld aan wetenschappelijk verantwoorde effectevaluaties, om kennistekorten over de effectiviteit van re-integratie-inzet weg te werken.

Optie 8: Taal- en computereis in de WIA

WGA-gerechtigden worden verplicht om zich in te spannen de Nederlandse taal op een minimumniveau te beheersen en basale computervaardigheden te verwerven. UWV ondersteunt deze eis met het reguliere sanctie- en maatregelenregime dat geldt voor re-integratie-verplichtingen.

Optie 9: WGA 35-80 wordt WGA 35-99

De eis om 50% van de resterende verdiencapaciteit te benutten gaat gelden voor alle mensen met een AO-percentage van 35- 99%. Geschat wordt dat de helft van de personen die tussen de 1% en 20% arbeidsgeschikt zijn hun restverdiencapaciteit in voldoende mate zal benutten om recht te houden op een loonaanvullingsuitkering. De IVA wordt naar analogie aangepast in die zin dat toegang tot de IVA alleen zal bestaan voor gerechtigden die geen restverdiencapaciteit hebben.

Optie 10: Garanties voor werkhervatters in de WIA

Voor WGA- en IVA-gerechtigden die aan het werk gaan, gaat UWV gedurende de eerste vijf jaar na werkhervatting niet na of hun verdiencapaciteit is gewijzigd. Werkhervatters worden in die periode niet herbeoordeeld, tenzij op eigen verzoek. De hiermee vrijvallende capaciteit voor herbeoordelingen kan worden ingezet voor uitkeringsgerechtigden die niet werken. Zij worden dan juist vaker herbeoordeeld. Het herlevingsrecht van WGA- en IVA-uitkeringen (tot vijf jaar na uitstroom) wordt onconditioneel: de WIA-uitkering herleeft op verzoek van de ex-WIA-gerechtigde zonder nieuwe claimbeoordeling.

Optie 11: Aanpassen inkomstenverrekening en hoogte van de WGA-uitkering

Het uitkeringspercentage van de WGA zou verlaagd kunnen worden naar 60% voor zowel LAU als VVU. De inkomstenverrekening zou ook naar 60% of zelfs 50% kunnen. Een andere mogelijkheid is het vrijlaten van een vast bedrag per maand voordat 70% inkomstenverrekening plaatsvindt.

Optie 12: Toerekening van WGA-lasten aan de werkgever inkorten van 10 naar 5 jaar

De periode waarin WGA-lasten worden toegerekend aan individuele werkgevers wordt ingekort van 10 naar 5 jaar. Dit vergoot het draagvlak bij werkgevers en zal naar verwachting capaciteit vrijmaken bij verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen (door minder vraaggestuurde herbeoordelingen).

Optie 13: Ontzorgen van de (nieuwe) werkgever

(Nieuwe) werkgevers kunnen ontzorgd worden bij het in dienst houden/nemen van mensen uit de WIA (inclusief WIA 35- min), door het bieden van een vervangingscompensatie voor 3 maanden, een permanente no-riskpolis, een jobcoach en hen al het papierwerk uit handen te nemen.

Optie 14: Aanpassen banenafspraak en introductie loonkostensubsidie/dispensatie in de WIA

De doelgroep banenafspraak zou uitgebreid kunnen worden met WIA-gerechtigden die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Daarnaast kan het instrument loonkostensubsidie dan wel loondispensatie voor deze WIA-gerechtigden worden geïntroduceerd. Tegelijkertijd wordt, afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de omvang van de doelgroep in verhouding tot de banenafspraak, de banenafspraak verruimd.

Optie 15: Betere informatievoorziening aan uitkeringsgerechtigden en werkgevers

De IBO-werkgroep stelt een experiment voor waarbij één contactpersoon wordt aangesteld die de uitkeringsgerechtigde ondersteunt en begeleidt bij de re-integratie. Ook zou er dan één contactpersoon voor publiek verzekerde werkgevers moeten komen. Verder wordt bij de processen rondom de WIA-claimbeoordeling bekeken of optimaal wordt gestuurd om de werknemer tot werkhervatting te krijgen.

Demissionair minister Asscher heeft het rapport naar de Tweede Kamer gestuurd. In het begeleidend schrijven laat hij weten dat het aan een volgend kabinet is om een inhoudelijke reactie te geven. Tussen de regels door dachten we toch iets van opluchting van de minister waar te nemen. Hoe dan ook; we zullen dus wat geduld moeten hebben voordat we weten wat er met de aanbevelingen gaat gebeuren.

 

[1] Dat lezende hopen maar dat de SER het rapport niet onder ogen krijgt. Het continue uitstel van hun advies over een sluitend stelsel voor loondoorbetaling bij ziekte voor werknemers en zzp'ers zou wel eens kunnen overgaan in afstel.