De Wet Arbeidsmarkt in balans regelt dat oproepkrachten nadat hun arbeidsovereenkomst twaalf maanden geduurd heeft, een aanbod van hun werkgever moeten krijgen voor een vaste arbeidsomvang. Minister Koolmees vindt dat nog steeds een goed idee, maar wil het verder verbeteren.

Het aanbod van de werkgever moet bestaan uit een vaste arbeidsomvang die minimaal gelijk is aan de gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande periode van twaalf maanden. Accepteert de werknemer het aanbod, dan is niet langer sprake van een oproepovereenkomst. Accepteert hij het aanbod niet, dan blijft de arbeidsovereenkomst op oproepbasis en moet de werkgever na iedere periode van twaalf maanden opnieuw een aanbod voor een vaste arbeidsomvang doen. De Wet regelt nu echter niet wanneer die vaste arbeidsomvang moet beginnen. Daarnaast is niet geregeld wat de termijn is waarbinnen een werknemer op een aanbod moet reageren. Dit betekent aan de ene kant dat een werkgever de ingangsdatum zover als hij denkt dat handig is kan uitstellen. Anderzijds kan een werknemer een werkgever met zijn aanbod lange tijd in onzekerheid laten.

Dit alles moet vanaf volgend jaar strakker geregeld zijn. Een werkgever moet (nu al) uiterlijk in de dertiende maand een aanbod doen voor een vaste arbeidsomvang. De werknemer krijgt wettelijk een maximale reactietermijn van een maand. Als hij of zij akkoord gaat, dan moet de vaste arbeidsomvang uiterlijk twee maanden nadat de arbeidsovereenkomst twaalf maanden heeft geduurd ingaan, dus op de eerste dag van de vijftiende maand. Werkgevers en hun oproepkrachten mogen het allemaal sneller regelen, de genoemde termijnen zijn allemaal maxima.