Terug naar overzicht
16 januari 2023

Vier belangrijke weken

De loondoorbetalingsverplichting bij ziekte heeft normaal gesproken een maximale duur van 104 weken. Meestal duurt het gelukkig veel korter, maar er zijn situaties waarin een werkgever gehouden is om voor een langere duur het loon door te betalen bij ziekte. Dat is natuurlijk het geval bij een loonsanctie van het UWV of een vrijwillige verlenging van de periode. Een andere mogelijkheid is samentelling van verzuimperiodes.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

In de Ziektewet en in het Burgerlijk Wetboek is een regeling opgenomen over samentelling van ziekteperiodes. De regeling houdt in dat perioden van ongeschiktheid worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Als een werknemer veertig weken ziek is geweest, daarna een week volledig hersteld is en vervolgens weer ziek wordt, dan start dus de 41e week van loondoorbetaling bij ziekte. Omgekeerd betekent dit dat als een werknemer meer dan vier weken is hersteld, er een nieuwe periode van 104 weken loondoorbetaling bij ziekte aanvangt zodra de werknemer zich opnieuw ziekmeldt. In theorie betekent dit dat een zieke werknemer die regelmatig iets meer dan vier weken hersteld, opgeteld vele jaren loondoorbetaling bij ziekte kan ontvangen.

Onlangs heeft de Hoge Raad uitgelegd dat herstel van meer dan vier weken niet zondermeer betekent dat een loondoorbetalingsperiode bij ziekte helemaal opnieuw begint. In dit geval was een werknemer die een Ziektewetuitkering ontving, meer dan vijf weken volledig in zijn oudere beroep aan de slag gegaan. Vervolgens meldde de werknemer zich weer ziek en ging ervanuit dat daarmee een nieuwe periode van 104 weken zou aanvangen. Het UWV oordeelde echter dat de werknemer ongeschikt was voor zijn oude beroep en dat er geen sprake was van herstel. De ziekteperiode bleef dus gewoon doorlopen. Omdat aan dat oordeel een rapportage van de verzekeringsarts ten grondslag lag, gaat de Hoge Raad mee in het verhaal van UWV.

Werkgevers doen er bij twijfel dus verstandig aan om een hersteldmelding van de werknemer te laten checken door hun bedrijfsarts. De uitspraak van de Hoge Raad kunt u op deze plaats doornemen.