Een tijdelijk dienstverband eindigt, tenzij het wordt voortgezet. Als een arbeidsovereenkomst minstens zes maanden duurt, is de werkgever verplicht om een werknemer uiterlijk een maand van tevoren te informeren over het al dan niet voortzetten ervan. Een werkneemster kreeg ruim op tijd te horen dat haar arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Het resultaat was dat de werkgever een vergoeding moest betalen van 23.000 euro. Hoe dat zo komt? Door de invloed van een verzuimverzekering.
Verzuimverzekering en tijdelijk dienstverband

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Een werkneemster was werkzaam op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor de duur van zeven maanden. Afgesproken wordt dat het contract wordt verlengd bij gebleken geschiktheid en daar ziet het aan het einde van de proeftijd in ieder geval naar uit. Helaas wordt enkele weken nadat zij begonnen is, een ernstige ziekte geconstateerd. De werkneemster informeert zowel werkgever als arbodienst en meldt zich volledig arbeidsongeschikt. Twee weken later ontvangt de werkneemster een brief van het bedrijf met de mededeling dat haar tijdelijke arbeidsovereenkomst niet verlengd zal worden.
De werkneemster vermoedt dat de beslissing van haar werkgever om niet verder met haar te gaan is ingegeven door haar ziekte. Als zij de werkgever hiermee confronteert, krijgt zij als reactie te horen dat het iets genuanceerder ligt. De werkgever heeft vernomen dat hun verzuimverzekering geen dekking biedt voor loondoorbetaling bij ziekte als een tijdelijk dienstverband tijdens ziekte verlengd is. De werkneemster kan na uitdiensttreding een beroep doen op de Ziektewet en is weer welkom bij de werkgever na volledig herstel. De werkneemster neemt vervolgens een advocaat in de arm die de werkgever mededeelt dat er door hen gehandeld is in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz). Uiteindelijk mag de rechter zich over de kwestie uitspreken.
De kantonrechter stelt dat er bij de werkneemster sprake is van een chronische ziekte. De werkgever heeft vanwege de financiële gevolgen van deze ziekte het tijdelijke dienstverband niet verlengt. De werkgever heeft onomwonden richting de werkneemster toegegeven dat vanwege het ontbreken van dekking van de ziekteverzuimverzekering, er geen verlenging zal zijn. Als de werkneemster geen chronische ziekte had gehad, dan was het dienstverband wel verlengd. Door het niet voortzetten van het dienstverband vanwege ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever, heeft de werkneemster recht op een billijke vergoeding.
De kantonrechter is van oordeel dat een totale billijke vergoeding van 23.000 euro bruto passend is. Dat is hoger dan de berekende inkomstenderving. De reden daarvoor is onder andere dat de werkgever een tamelijk kille financiële afweging heeft gemaakt die feitelijk het gevolg is van de keuze om zich niet afdoende te verzekeren voor het risico van loondoorbetaling bij ziekte. Het is de vraag of de werkgever zich van tevoren bewust was van de uitsluiting op de ziekteverzuimverzekering, waardoor zij die ‘tamelijk kille financiële afweging’ meende te moeten maken. Het is duidelijk dat deze specifieke uitsluiting in de polisvoorwaarden voor werkgevers van groot belang is. Adviseurs die een verzuimverzekering met een dergelijke dekkingsbeperking adviseren of hebben geadviseerd, zullen hun relaties hierover nadrukkelijk moeten informeren.