Vanaf dit jaar is het geboorteverlof voor partners uitgebreid naar vijf dagen. De regeling wordt verder verruimd per 2020. Vanaf dat moment is er naast de vijf dagen geboorteverlof een extra geboorteverlof van vijf keer de arbeidsduur per week. In die aanvullende verlofperiode is er, anders dan in de eerste vijf dagen verlof, geen recht op loondoorbetaling van de werkgever. Het UWV springt in die periode financieel bij, maar wat is het effect op het verzekeringsloon van de werknemer?

Het aanvullende geboorteverlof van vijf weken mag een werknemer opnemen binnen zes maanden na de bevalling. Tijdens het verlof is er recht op een uitkering van het UWV. De uitkering bedraagt per dag 70 procent van het (gemaximeerde) dagloon. Een werknemer zal dus zelf ook financieel iets over moeten hebben voor het verlengde verlof. Als het gaat om verlof en de werknemersverzekeringen dan zijn het Dagloonbesluit en het Algemeen Inkomensbesluit  sociale zekerheidswetten van belang. In deze regelingen is bepaald dat in het geval van lager loon in verband met verlof, gekeken wordt naar het loon in het laatste aangiftetijdvak voor het verlof.

Voor wat betreft de sociale zekerheid heeft een werknemer dus geen nadeel van een opgenomen verlof mocht dit verlof in een referteperiode van een latere uitkering vallen. Het is de bedoeling dat dit ook gaat gelden voor het aanvullende geboorteverlof. U mag er wat van vinden en kunt reageren via deze internetconsultatie.Om te herkennen dat er sprake is geweest van lager loon in verband met verlof, moet de werkgever dit in de polisadministratie aangeven. De Belastingdienst heeft de mogelijkheid daartoe in de polisadministratie gecreëerd .

Het is de bedoeling dat de aanvraag voor de uitkering tijdens aanvullend geboorteverlof elektronisch door de werkgever wordt gedaan bij het UWV. Als de aanvraag wordt goedgekeurd dan kan UWV de uitkering desgewenst via de werkgever verstrekken.