Begin juni ontvingen de Tweede Kamerleden een brief over de stand van de uitvoering met daarbij de knelpuntenbrieven van UWV en de Sociale Verzekeringsbank. Wij lazen de door het UWV aangedragen knelpunten en kwamen daar een bijzonder onderwerp tegen. De uitvoeringsinstantie vraagt namelijk aandacht voor de vaststellingsovereenkomst. Iets waar het UWV niet over gaat, maar blijkbaar toch moeilijkheden door ervaart.

UWV merkt dat het de laatste jaren steeds vaker voorkomt dat een werkgever met een zieke werknemer afspreekt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, door middel van een vaststellingsovereenkomst (VSO). Dat is prima; partijen hebben hierin contractsvrijheid. Toch gaat het nadat de arbeidsovereenkomst beëindigd is niet altijd prima. De werknemer kan bijvoorbeeld denken dat er gebruik gemaakt kan worden van de sociale zekerheid.

Als de werknemer uit dienst is gegaan, dan kan zijn of haar plan zijn om een WW-uitkering te vragen. Eenmaal in de WW beland, blijkt de werknemer echter ziek te zijn en bij de beoordeling ervan zal blijken dat die ziekte al (veel) eerder is ingegaan. Door de ziekte is de werknemer niet beschikbaar voor arbeid en daarmee niet WW-gerechtigd. Ook is er geen recht op een Ziektewetuitkering. De werknemer heeft hier namelijk een zogeheten benadelingshandeling gepleegd. De werknemer had recht op loondoorbetaling bij ziekte van de werkgever. Door het tekenen van de VSO is dit recht opgegeven. Als er nu een Ziektewetuitkering wordt gevraagd dan wordt de kas van het UWV benadeeld. Er wordt een maatregel op de Ziektewetuitkering toegepast die in principe bestaat uit een volledige en blijvende weigering van de uitkering.

Als de werkgever niet civielrechtelijk door de werknemer wordt aangesproken, bijvoorbeeld omdat hij bij het aangaan van de VSO een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven, dan zijn er verder geen consequenties. UWV wil dat graag veranderen. Voor de korte termijn wil de uitvoerder gezamenlijk met het ministerie van SZW verkennen of het mogelijk kan worden om de ZW-uitkering en aanvullende kosten voor re-integratie te verhalen bij de werkgever. Bij het opleggen van een maatregel op de ZW-uitkering vanwege de benadelingshandeling, toetst UWV op de verwijtbaarheid van de werknemer. Indien het de werknemer niet te verwijten valt dat hij ziek uit dienst is gegaan bij de werkgever, betaalt UWV (een deel van) de ZW-uitkering uit. Die gemaakte kosten wil UWV vervolgens verhalen op de werkgever. Het resultaat moet zijn dat werkgevers niet meer kiezen voor de VSO als oplossing bij arbeidsongeschiktheid.

De knelpuntenbrief ligt bij het ministerie van SZ&W, we wachten met veel belangstelling af wat er met het UWV-idee gaat gebeuren! De volledige UWV knelpuntenbrief leest u hier