Op 1 december 2015 werd een debat gehouden in de Tweede Kamer over het UWV. Meerdere politieke partijen maakten zich zorgen over de achterstanden in de herbeoordelingen en de verontrustende berichten over de ICT-organisatie bij de uitvoeringsinstelling. Door de SP werd een motie ingediend waarmee minister Asscher verzocht werd om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de verhouding mensen, middelen, doelen, achterstanden en ICT bij het UWV. Eind januari ontving de Tweede Kamer het rapport ‘UWV, balanceren tussen ambities en middelen’ van de Algemene Rekenkamer. We hebben het rapport gelezen en de belangrijkste zaken er voor u uitgefilterd.
UWV balanceert

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Op 1 december 2015 werd een debat gehouden in de Tweede Kamer over het UWV. Meerdere politieke partijen maakten zich zorgen over de achterstanden in de herbeoordelingen en de verontrustende berichten over de ICT-organisatie bij de uitvoeringsinstelling. Door de SP werd een motie ingediend waarmee minister Asscher verzocht werd om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de verhouding mensen, middelen, doelen, achterstanden en ICT bij het UWV. Eind januari ontving de Tweede Kamer het rapport ‘UWV, balanceren tussen ambities en middelen’ van de Algemene Rekenkamer. We hebben het rapport gelezen en de belangrijkste zaken er voor u uitgefilterd.
UWV heeft het de afgelopen periode druk gehad. In de periode 2010 tot en met 2015 is het aantal mensen dat van UWV een uitkering kreeg gestegen van ongeveer 1,2 miljoen in 2010 naar ongeveer 1,4 miljoen in 2015. De Rekenkamer concludeert dat UWV deze volumegroei heeft verwerkt en tegelijkertijd de kwaliteit van de uitkeringsverstrekking heeft verbeterd. Zowel de snelheid waarmee UWV na een beschikking overgaat tot betaling als de rechtmatigheid van verstrekte uitkeringen zijn toegenomen. Dit is de uitvoeringsinstelling gelukt in een periode waarin de beschikbare middelen voor de uitkeringsverstrekking met ongeveer een derde zijn verminderd. De toename en verbetering van de uitkeringsverstrekking is vooral te danken aan vereenvoudiging van wet- en regelgeving – u leest het goed- en verdere automatisering van de werkprocessen bij UWV, aldus de rekenkamer.
Het UWV moet ook mensen ondersteunen die op zoek zijn naar werk. De verschillende regeringen hebben er sinds 2010 wisselende opvattingen op na gehouden hoe dit zou moeten gebeuren. Zo is er de digitale dienstverlening geïntroduceerd met de nodige budgettaire gevolgen voor UWV. Nadien is er wel weer financiële ruimte gekomen voor face-to-face begeleiding, maar in hoeverre die ruimte structureel zal blijven is onduidelijk. Een belangrijke pijler van de arbeidsbemiddeling is de samenwerking tussen werkgevers, gemeenten en UWV in de arbeidsregio’s. De Rekenkamer haalt in haar rapport de evaluatie van de Wet Suwi uit 2015 aan. Deze evaluatie stelde dat de bezuinigingen vanaf 2012 een negatieve impact hebben gehad op deze regionale samenwerking en dus de mogelijkheden tot arbeidsbemiddeling.
Als u een trouwe lezer van de digi-kwest bent, dan zal het u niet verbazen dat de bevindingen van de Rekenkamer over de uitvoering van herbeoordelingen ook niet echt lovend zijn. Het lukt UWV niet om voldoende artsen te werven en de planning van herbeoordelingen is gebrekkig. Het resultaat hiervan is dat slechts de helft van de herbeoordelingen op tijd wordt uitgevoerd. Met de normale beoordelingen gaat het gelukkig wel goed. Dat wil zeggen dat rond 90 procent van de WIA- en Wajong-beoordelingen tijdig wordt uitgevoerd. Bij de Eerstejaars Ziektewetbeoordelingen geldt dit voor 82 procent.
De Algemene Rekenkamer heeft ook naar de boekhouding van UWV gekeken. Hoewel UWV het met een totaalbudget moet stellen, worden er intern aparte begrotingen opgesteld voor de divisies Klant & Service (K&S), Uitkeren, Gegevensdiensten, WERKbedrijf en Sociaal Medische Zaken (SMZ). Elke divisie krijgt informatie over de te verwachten diensten die zij het komende jaar zullen moeten leveren. UWV ordent dit in producten. Zo kan bijvoorbeeld het uitbetalen van een WIA-uitkering een product zijn. Per product (in totaal heeft UWV 169 verschillende) is bepaald wat er voor de uitvoering aan tijd en geld mag worden besteed.
Aan dit model zitten volgens de rekenkamer twee nadelen. Allereerst zijn de divisies zelf verantwoordelijk voor de tijd- en geldinschatting per product. Een divisie heeft er geen baat bij om een product efficiënter uit te gaan voeren en de inschatting aan te passen. Het gevolg is dan immers dat hen minder geld en mensen beschikbaar wordt gesteld. Het andere punt is dat UWV geen goede vergelijking kan maken tussen de divisies en tussen de producten onderling. Met andere woorden; het UWV kan lastig sturen en kan moeilijk inschatten wat een wetswijziging betekent voor de begroting. Wat ook niet helpt is dat UWV tijdens het uitvoeringsjaar vooral op het totaalbudget stuurt. Als wordt ingeschat dat een bepaalde divisie meer nodig blijkt te hebben, dan kan de Raad van Bestuur van UWV besluiten tot een herschikking van mensen en middelen tussen de divisiebegrotingen. Na afloop van een uitvoeringsjaar stelt UWV vervolgens niet vast wat de daadwerkelijke kosten van de geleverde producten waren.
De rapportage van de Algemene Rekenkamer geeft nog een interessant inkijkje in de relatie tussen UWV en het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid. SZW moet als opdrachtgever opdrachten verstrekken tegen een redelijke prijs en het UWV vroegtijdig betrekken bij beleidswijzigingen. Het UWV moet als opdrachtnemer zorgen voor een goede en efficiënte uitvoering van de opdrachten. Eventuele uitvoeringsproblemen moeten door UWV tijdig worden gesignaleerd.
SZW moet als eigenaar van UWV een scherp oog houden op de weerbaarheid van de uitvoeringsinstelling en de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer goed onderhouden. Nu blijkt dat die onderlinge relatie in het verleden al diverse malen op de proef is gesteld. Zo stelt de Rekenkamer dat de wijze waarop het Ministerie van SZW en UWV hun rol invulden, mede oorzaak is van de achterstanden die ontstaan zijn bij de herbeoordelingen WIA en de afhandeling van fraudesignalen.
Conclusie Algemene Rekenkamer
Het UWV heeft vier kerntaken: 1) het verstrekken van uitkeringen; 2) het centraal beheren van gegevens over lonen, uitkeringen en dienstverbanden; 3) het uitvoeren van sociaal-medische beoordelingen; 4) het ondersteunen van mensen die op zoek zijn naar werk. De Algemene Rekenkamer concludeert dat UWV in de periode 2010-2015 de opgedragen taken over het algemeen adequaat uitgevoerd heeft. Dat is, mede in het licht van de economische crisis en de veelheid aan beleidsmatige en budgettaire wijzigingen in deze jaren, geen geringe prestatie, aldus de onderzoekers. Volgens de Rekenkamer zijn er op dit moment geen signalen van een ernstige onbalans tussen taken en budget van UWV. Wat betreft de taak van UWV op het gebied van arbeidsbemiddeling is deze balans (nog) niet duidelijk. Dat laatste is, gezien het belangrijkste uitgangspunt van de sociale zekerheid: ‘Werk boven een uitkering’, hopelijk een conclusie die voldoende aandacht zal krijgen in het parlement.


