Al eerder berichtte de Digi-kwest over rechters die zich hebben uitgesproken over het opzeggen van de arbeidsovereenkomst van zieke uitzendkrachten. Het opzegverbod is niet van toepassing dankzij een regeling in de cao voor uitzendkrachten. Meermaals oordeelde een rechter dat een dergelijke cao-bepaling wettelijk gezien niet mogelijk is. Tegen een van deze uitspraken is uiteindelijk beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad en deze heeft inmiddels ook zijn zegje gedaan.
Uitzend-cao doet het beter dan de Hoge Raad
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Een uitzendovereenkomst is een bijzondere arbeidsovereenkomst. De werknemer wordt door zijn werkgever ter beschikking gesteld aan een derde en gaat onder leiding van die derde partij (de inlener) een opdracht uitvoeren. In de eerste fase van de arbeidsovereenkomst is er een uitzendbeding van kracht. Dit beding regelt dat de arbeidsovereenkomst eindigt als de inlener geen gebruik meer maakt van de werknemer. Het beding bepaalt ook dat als de werknemer door ziekte zijn werk niet kan verrichten, de arbeidsovereenkomst automatisch eindigt. Rechters hebben daar problemen mee. Een onmiddellijke beëindiging van de uitzendovereenkomst bij ziekte van de uitzendkracht, is volgens hen niet te verenigen met het ontslagverbod tijdens ziekte.
Op 17 maart jl. deed de Hoge Raad uitspraak. De Hoge Raad vindt niet dat het uitzendbeding tegen de wet ingaat. Er is echter wel een belangrijke voorwaarde aan het inroepen van het uitzendbeding; de inlener moet zelf verzoeken om beëindiging van de uitzendovereenkomst. Als aan die voorwaarde wordt voldaan eindigt de arbeidsovereenkomst volgens de wettelijke bepalingen en daarmee van rechtswege. Een opzegverbod is daarbij niet van toepassing.
Dat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan is opmerkelijk aangezien het uitzendbureau dat om uitspraak heeft gevraagd, dit cassatieverzoek heeft ingetrokken. Verdere behandeling werd overbodig geacht aangezien de uitzend-cao al is aangepast op het punt van het bestreden uitzendbeding. De Hoge Raad heeft in het belang van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid aanleiding gezien de rechtsvraag toch te beantwoorden. Gezien de uitspraak van de Hoge Raad is het interessant om te beoordelen hoe de uitzend-cao is aangepast. In de cao valt te lezen dat per 1 juli 2023 de uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt als de inlener om welke reden dan ook de werknemer niet langer wil inlenen. Tot zover in lijn met de uitspraak van de rechter. Vervolgens meldt de cao echter dat de uitzendovereenkomst niet eindigt als de werknemer arbeidsongeschikt is. De cao gaat daarmee verder in het beschermen van de werknemer dan de uitspraak van de Hoge Raad. Het betekent dat de uitzendovereenkomst in dat geval doorloopt tot de einddatum. Voor uitzendbureaus dus wel zaak om deze daadwerkelijk af te spreken. Zolang de uitzendovereenkomst voortduurt bij ziekte en ook erna mocht de werknemer in de Ziektewet belanden, volgt een aanvullende uitkering. Hoe dit alles precies is geregeld leest u eenvoudig in het cao-overzicht van Poliskraker. Meer informatie