Terug naar overzicht
03 februari 2017

Stagnatieperiode Ziektewet

Een werknemer die ziek uit dienst gaat, maakt aanspraak op een Ziektewetuitkering. Deze uitkering kan worden verhaald op de werkgever. Niet alleen via de Ziektewetpremie of eigenrisicodragerschap. Het is ook mogelijk dat de werkgever als sanctie een deel van de Ziektewetuitkering aan UWV moet vergoeden. Dat heeft dan te maken met de stagnatieperiode.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Als de zieke werknemer zich meldt bij UWV en de ziekteperiode heeft minstens zes weken geduurd, dan moet er ook een re-integratieverslag worden geleverd. Op basis van het re-integratieverslag gaat UWV poortwachteren: de re-integratie-inspanningen van werkgever en werknemer worden beoordeeld. Deze beoordeling moet ervoor zorgen dat de werkgever niet zijn handen van de re-integratie aftrekt omdat het dienstverband toch binnenkort eindigt.

Als uit de Poortwachterstoets blijkt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd dan volgt er een sanctie. Bij werknemers die na 104 weken ziekte WIA hebben aangevraagd bestaat de sanctie uit verlenging van de loondoorbetalingsperiode. Bij de Ziektewet kan dit niet omdat de werknemer al uit dienst is. Daarom krijgt de werknemer wel een Ziektewetuitkering en wordt er vervolgens een deel van die uitkering op de werkgever verhaald.

Net als bij een WIA aanvraag maakt het UWV bij de beoordeling gebruik van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar en de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter. Natuurlijk kan de beoordeling zelf wel verschillen, omdat een werknemer een (veel) kortere periode gere-integreerd moest worden voordat het dienstverband afloopt. Een werkgever kan zich bijvoorbeeld afvragen of de kosten van een bepaald re-integratietraject wel in verhouding zijn. Het UWV hanteert hiervoor als praktische lijn dat de kosten die van de werkgever kunnen worden gevergd niet meer mogen bedragen dan 70% van het nog te betalen loon over de resterende duur van het dienstverband. Een werkgever moet er wel rekening mee houden dat de hoge kosten of de duur van een re-integratietraject niet enkel de reden mogen zijn voor het niet inzetten van een traject. In zulke gevallen kan een werkgever het UWV namelijk vragen om participatie in de kosten.

Bij de beoordeling van re-integratie-inspanningen is het resultaat van de re-integratie belangrijk. Als een werknemer alweer gedeeltelijk aan het werk is, dan is het niet meer van belang of de werkgever zich wel aan alle poortwachterstappen heeft gehouden. Als er geen bevredigend resultaat is, dan gaat het UWV na wat er tijdens de resterende duur van het dienstverband inhoudelijk aan de re-integratie is gedaan. Als UWV vindt dat dit onvoldoende is, dan wordt de werkgever in de gelegenheid gesteld om zijn mening te geven. Als ondanks deze mening UWV erbij blijft dat de werkgever onvoldoende heeft gedaan, dan wordt de stagnatieperiode berekend. Deze periode kan pas beginnen nadat een werknemer minstens 14 weken ziek is geweest. Dat komt omdat Poortwachter voorschrijft dat in week zes er een probleemanalyse moet zijn en in week acht een plan van aanpak. Vervolgens moet er na zes weken een evaluatie volgen. Deze periode van in totaal 14 weken wordt bij de berekening van de stagnatieperiode dus buiten beschouwing gelaten.

Los van deze 14 weken wordt de periode vastgesteld waarin re-integratievertraging door de werkgever is opgelopen. Deze periode wordt afgerond op hele weken en bedraagt (net als de loonsanctie) maximaal 52 weken. De Ziektewetuitkering die in deze periode wordt betaald, wordt verhaald op de werkgever en in het Arbeidsongeschiktheidsfonds gestort. Niet in de Werkhervattingskas dus en dat betekent dat een werkgever de Ziektewetuitkering vervolgens twee jaar later ook nog eens terug ziet in de opslag van zijn Ziektewetpremie. Dubbel gestraft, dus waarschuw uw relaties voor de stagnatieperiode!