Terug naar overzicht
26 november 2018

Soepelere overbruggingsregeling transitievergoeding

Met de komst van de transitievergoeding zag de overbruggingsregeling voor de transitievergoeding het levenslicht. De overbruggingsregeling is bedoeld voor kleinere werkgevers die niet hebben kunnen anticiperen op de introductie van de transitievergoeding en daar geen reserves voor hebben opgebouwd.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De regeling houdt in dat werkgevers met minder dan 25 werknemers bij de berekening van de transitievergoeding mogen uitgaan van de duur van het dienstverband te rekenen vanaf 1 mei 2013[1]. De overheid heeft de overbruggingsregeling die moet lopen tot 1 januari 2020 geëvalueerd en dat leidt tot aanpassing ervan.

De evaluatie is uitgevoerd door het CBS en De Beleidsonderzoekers / SEO economisch onderzoek. Onderzocht is of de overbruggingsregeling voorkomt dat kleine bedrijven, die werknemers moeten ontslaan vanwege een slechte financiële situatie, verder in de problemen komen door de betaling van de transitievergoeding. Daarnaast is bekeken of de regeling werkgevers niet ontmoedigt om financiële reserves aan te leggen. Met de evaluatie is het verschil onderzocht in faillissementen tussen werkgevers die gebruik hebben gemaakt van de overbruggingsregeling en een controlegroep die dat niet heeft gedaan.

Een opsteker voor de regeling is dat er beduidend minder faillissementen zijn bij werkgevers die van de regeling gebruik hebben moeten maken. Daar staat echter tegenover dat werkgevers die de overbruggingsregeling hebben mogen toepassen geen betere resultaten hebben dan ondernemers die de overbruggingsregeling niet hebben mogen toepassen. Bovendien zijn deze werkgevers vaker gestopt met de uitvoering van het bedrijf. De onderzoekers vermoeden dat de ondernemingen al te diep in de financiële problemen zaten op het moment dat ze werknemers moesten ontslaan en een beroep deden op de overbruggingsregeling. Dit kan er op wijzen dat de gehanteerde criteria om in aanmerking te komen voor toepassing van de overbruggingsregeling transitievergoeding erg streng zijn.

De minister wil nu de criteria om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling versoepelen. Eén van de voorwaarden is momenteel dat er in de laatste drie boekjaren sprake moet zijn van een negatief netto resultaat. Koolmees wil dat er voortaan wordt uitgegaan van een gemiddeld negatief resultaat over de drie boekjaren tezamen. Een tweede voorwaarde is dat het eigen vermogen in het laatste boekjaar negatief moet zijn geweest. Dit wil Koolmees versoepelen door uit te gaan van een solvabiliteit (aandeel eigen vermogen in het totale vermogen) van ten hoogste 15%.

De nieuwe voorwaarden moeten per 1 januari 2019 gaan gelden.

 

[1] Met deze datum wordt aangesloten bij de datum waarop het sociaal akkoord is gesloten, te weten 11 april 2013. In dit akkoord werd de basis gelegd voor de transitievergoeding.