Terug naar overzicht
24 maart 2023

RIV-waarschuwingen aan de Tweede kamer

Volgens de planning van de Tweede Kamer wordt vanaf deze week het wetsvoorstel dat toetsing van het re-integratieverslag bij de WIA-aanvraag ingrijpend moet wijzigen, verder behandeld. De bedoeling van het kabinet is, dat bij het beoordelen van de re-integratie-inspanningen van werkgevers en werknemers het advies van hun bedrijfsarts als uitgangspunt dient. Daarmee wordt onduidelijkheid voorkomen. Klinkt goed. Waarom zijn zoveel organisaties daar dan niet blij mee?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Het wetsvoorstel moet onzekerheid bij werkgevers wegnemen. Die onzekerheid bestaat doordat UWV pas aan het einde van twee jaar re-integratie-inspanningen een beoordeling erover uitvoert. Een werkgever is verplicht een bedrijfsarts in te schakelen voor de verzuimbegeleiding. Op basis van de belastbaarheid die door de bedrijfsarts wordt vastgesteld zal de werkgever de re-integratie-inspanningen vormgeven. Zelfs als het advies van de bedrijfsarts wordt opgevolgd, kan een loonsanctie worden opgelegd als de verzekeringsarts van UWV de inschatting van de bedrijfsarts niet deelt. Indien de inspanningen daardoor als onvoldoende worden ervaren, dan wordt de loondoorbetalingsperiode met een jaar verlengd. Dit is bijzonder teleurstellend als de werkgever netjes alle adviezen van de bedrijfsarts in de voorliggende periode heeft opgevolgd. Daarom moet het advies van de bedrijfsarts leidend worden. Bijkomend voordeel is dat het de verzekeringsarts van het UWV weer wat werk scheelt. Dat is handig want er is een groot tekort aan verzekeringsartsen waardoor er grote achterstanden zijn bij de beoordelingen van arbeidsongeschiktheid. Sommige werknemers moeten al langer dan een jaar wachten op hun WIA-beoordeling.

Op 21 maart jl. hebben de vakbonden FNV, CNV, VCP en de verenigingen voor verzekeringsartsen NOVAG en NVVG een petitie aangeboden aan de leden van de Tweede Kamer. De partijen zijn tegen het wetsvoorstel. Volgens hen wordt door het verdwijnen van de verzekeringsarts als neutrale ‘stok achter de deur’, de rechtszekerheid van zieke werknemers buitenproportioneel en onaanvaardbaar ernstig aangetast. Het risico van een onjuist medisch oordeel door de bedrijfsarts, zoals dat ingegeven kan zijn door de afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever en bedrijfsarts, komt volledig bij de werknemer terecht. Voor de werknemers kan dit negatieve gevolgen hebben maar ook voor werkgevers in de vorm van hogere WIA-lasten doordat veel werknemers onnodig een uitkering zullen krijgen.

De besparing van werk voor UWV verzekeringsartsen zien de indieners van de petitie overigens ook niet gebeuren. Als gevolg van de wetswijzigingen zullen er meer deskundigenoordelen aangevraagd worden waarvoor inzet van de verzekeringsartsen nodig is. Daarnaast zullen er door de toename van WIA-claimbeoordelingen meer inzet van verzekeringsartsen nodig zijn. Meer WIA-instroom leidt vervolgens tot meer WIA-herbeoordelingen en beroeps-en bezwaarzaken, dus de vraag is of er überhaupt minder werk zal komen voor de verzekeringsartsen.

FNV, CNV, VCP, NOVAG en NVVG vinden ook dat een RIV-toets niet tot onduidelijkheden moet leiden. Dit kan echter bereikt worden door verbetering van de afstemming tussen verzekerings- en bedrijfsartsen, iets waar al meerdere acties voor opgestart zijn. Daarnaast zijn kleinere werkgevers makkelijk tegen loonsancties te beschermen met de MKB-verzuim-ontzorg-verzekering, die dekking biedt voor een eventuele sanctie. Een ingrijpende wijziging als wordt beoogd met het wetsvoorstel zou eigenlijk niet op tafel mogen liggen terwijl er ondertussen wordt gewacht op adviezen van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS).

We gaan horen wat de Tweede Kamer met de petitie gaat doen en vooral wat minister Van Gennip vervolgens onderneemt. De voortgang leest u vanzelf in onze Digi-kwest!