Terug naar overzicht
12 oktober 2020

RIV-toets wijzigt per 1 september 2020

Het werd al bijna twee jaar geleden aangekondigd en nu is bekend dat over iets minder dan een jaar de toetsing van het re-integratieverslag door het UWV gaat wijzigen. De bedoeling is dat het medisch advies van een bedrijfsarts leidend wordt bij de toetsing van de re-integratie -inspanningen van werkgevers en werknemers. Een belangrijk gevolg is dat er minder loonsancties komen, maar zijn alle gevolgen positief?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Een knelpunt dat werkgevers ervaren bij de loondoorbetalings- en re-integratieverplichtingen is de onzekerheid over de loonsanctie die UWV misschien oplegt. Een werkgever is verplicht een bedrijfsarts in te schakelen voor de verzuimbegeleiding. Op basis van de belastbaarheid die door de bedrijfsarts wordt vastgesteld zal de werkgever de re-integratie-inspanningen vormgeven. Zelfs als het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer wordt opgevolgd, kan echter een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting worden opgelegd, als UWV de inschatting van de bedrijfsarts niet deelt. Koolmees wilde het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer daarom leidend maken bij de RIV-toets door UWV. Alleen de arbeidsdeskundige van UWV zal het RIV dan nog toetsen op het punt of de gepleegde re-integratie-inspanningen passend zijn bij het advies van de bedrijfsarts. De wijziging geldt ook voor de verhaalssanctie in de Ziektewet. De wijziging zou ingaan per 1 januari 2021, maar omdat dit voor UWV niet haalbaar is wordt de ingangsdatum opgeschoven naar 1 september 2021.

Na de wijziging loopt een werkgever die handelt in lijn met het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van zijn werknemer geen risico meer op een loonsanctie. Het advies van de bedrijfsarts wordt ook niet meer gecontroleerd bij de toetsing van het re-integratieverslag. Als UWV het niet eens is met dat advies, dan komt dit pas aan het licht wanneer de werknemer de WIA-beoordeling ondergaat. Het oordeel van de verzekeringsarts kan dan in bepaalde mate afwijken van dat van de bedrijfsarts, met waarschijnlijk een hoop onbegrip tot gevolg bij de werknemer. UWV acht het daarom van belang dat bedrijfsartsen de belastbaarheid gaan vaststellen op basis van een gemeenschappelijk beoordelingskader. Desondanks verwacht het UWV een toename van het aantal bezwaren op een WIA-claimbeoordeling. Daar staat tegenover dat er minder bezwaren zullen zijn als gevolg van de afname van het aantal loonsancties met naar verwachting 25 procent.

Voor UWV betekent de wijziging goed nieuws aangezien er meer lucht komt voor verzekeringsartsen en dat zou kunnen betekenen dat de achterstand in herbeoordelingen versneld terug kan worden gebracht. De uitvoerder verwacht dat door deze maatregel elf fte’s aan verzekeringsartsen vrijvallen. Daar staat tegenover dat er meer arbeidsdeskundigen nodig zijn en dat deze opgeleid moeten worden voor de nieuwe situatie. Concreet betekent dit een vraag naar 18 fte extra aan arbeidsdeskundigen en 600.000 euro aan structurele kosten.

Voor de werkgever is de wijziging goed nieuws, maar de wijziging zorgt ook voor nieuwe aandachtspunten. Zo zal de werkgever extra alert moeten zijn op de uitkomst van de WIA-beoordeling; hij is immers financieel verantwoordelijk. Bezwaar maken tegen die WIA-beoordeling wordt daarnaast lastiger, omdat niet alleen het UWV maar nu ook de bedrijfsarts daarbij betrokken zal zijn. Voor de werkgever wordt het, nog meer dan nu het geval is, van belang om een uitstekende bedrijfsarts te hebben. Ook de inkomensverzekeringen worden geraakt: heeft Poortwachtergarantie op de verzuimverzekering nog wel nut en komt er meer schade voor de WIA-verzekeringen?

Nb dit onderwerp staat ook op de agenda tijdens de actualiteitensessies in november en december. Meer informatie