Op vrijdag de 13e jongstleden publiceerde het kabinet een uitwerking van het hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB. In het titelloze regeerprogramma staan uiteraard ook plannen voor de onderwerpen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. We kunnen ons voorstellen dat minister Van Hijum de komende tijd druk genoeg is om de problemen rond het vroegpensioen, de WIA en het UWV op te lossen en daarnaast een verplichte AOV voor IB-ondernemers door het parlement te loodsen. Gelukkig zijn de meeste voorstellen niet nieuw.

Makkelijk is dat een aantal lopende wetsvoorstellen omarmd zijn door de nieuwe ploeg, waarschijnlijk mede om het herstel- en veerkrachtplan waarmee Europese gelden opgehaald moeten worden niet te verstoren. Voor de zelfstandigen gaan de voorbereidingen voor de Basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen gewoon door. Verder moet de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden nog steeds ingevoerd worden. Met deze wet wordt het gezagscriterium in het Burgerlijk Wetboek uitgebreider toegelicht en een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst geïntroduceerd als er een laag tarief is overeengekomen. De Belastingdienst gaat vanaf volgend jaar naar verwachting weer handhaven op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Ook het Wetsvoorstel ‘Meer zekerheid voor flexwerkers’ dat momenteel door de Raad van State wordt bekeken, gaat in het parlement behandeld worden. Voor werkgevers worden de plannen rond re-integratie in het tweede ziektejaar verder uitgewerkt net als het Wetsvoorstel personeelsbehoud bij crisis. Als laatste wordt de Wet overgang van onderneming in faillissement verder behandeld. Belangrijkste onderdeel van deze wet is dat al het personeel in beginsel overgaat naar een opkoper van een failliete boedel.

Nieuwe plannen zijn er ook, al zijn de meeste overgenomen van OCTAS. De dienstverlening over werk en scholing moet geregeld worden in een regionaal Werkcentrum (OCTAS-varianten Werk staat voorop en Basis voor Werkenden). Ook een Leven Lang Ontwikkelen agenda wordt regionaal uitgerold. Andere OCTAS-voorstellen worden niet concreet uitgewerkt maar genoemd als uitgangspunten. Zo moet de WIA eenvoudiger, het stelsel moet aanvankelijk gericht zijn op re-integratie en de diverse regelingen moeten geharmoniseerd worden. Het zal een beetje cherry picking worden in de OCTAS varianten Werk staat voorop en Basis voor Werkenden.

Al duidelijker genoemd in het hoofdlijnakkoord en nu met een kort zinnetje gemeld is de bezuiniging op de WW. Eind dit jaar gaan we daarvoor  een aantal opties voorgeschoteld krijgen. In het hoofdlijnakkoord werd gesproken van hervorming van de WW die kan bestaan uit het verlengen van de opzegtermijn van arbeidscontracten in combinatie met een poortwachterstoets WW bij het UWV. Daarnaast zou de maximale WW-duur verkort kunnen worden tot 18 maanden. Van belang is dat de WW-duur en opbouw van rechten gekoppeld is aan de loongerelateerde uitkering van de WGA. De lengte van de loongerelateerde WGA-uitkering zal dus mogelijk ook korter worden en dat betekent een verlaging van de WGA-last voor werkgevers.

Niet expliciet genoemd maar wel als verwachte wetgeving gemeld is de afschaffing van de compensatie van de transitievergoeding voor (middel)grote werkgevers. Alleen werkgevers met minder dan 25 werknemers zouden nog in aanmerking moeten komen voor compensatie van een transitievergoeding die na twee jaar loondoorbetaling bij ziekte is betaald. De partijen denken daarmee tussen de 350 en 400 miljoen per jaar te kunnen besparen. Andere wetgeving die we tegemoet kunnen zien gaan over de fundamentele herziening van de participatiewet, het samenvoegen van het kort- en langdurend zorgverlof tot het ‘mantelzorgverlof’ en de herijking van handhaving sociale zekerheid.