Terug naar overzicht
06 mei 2016

Re-integratie in de WGA

Vorige week heeft UWV de Monitor arbeidsparticipatie 2015 gepubliceerd. In deze monitor worden de ontwikkelingen in de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking beschreven. Met de samenvoeging van WGA-vast en WGA-flex in het vooruitzicht, hebben we vooral de passages over re-integratie in de WGA met belangstelling doorgenomen.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Vorige week heeft UWV de Monitor arbeidsparticipatie 2015 gepubliceerd. In deze monitor worden de ontwikkelingen in de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking beschreven. Met de samenvoeging van WGA-vast en WGA-flex in het vooruitzicht, hebben we vooral de passages over re-integratie in de WGA met belangstelling doorgenomen.

De monitor schetst in eerste instantie geen vrolijk beeld: het aandeel werkenden onder de WGA’ers en 35-minners neemt al jaren achter elkaar af. Waar in 2008 nog meer dan 55% van de gedeeltelijk arbeidsgeschikten in de WGA aan de slag was, bleef dit percentage vorig jaar op 42,5% steken. Bij de 35-minners daalde de arbeidsdeelname van net geen 50% naar bijna 41%. Het UWV geeft hier wel een aantal verklaringen voor.  Gedeeltelijk arbeidsgeschikte WGA’ers kunnen bij aanvang van hun uitkering  nog vaak bij hun eigen werkgever in dienst blijven. Naarmate deze groep voor een groter deel bestaat uit mensen die al wat langer een uitkering ontvangen, daalt de arbeidsparticipatie. Dit komt omdat bij een deel van de mensen de klachten verergert en/of mensen niet meer langer bij hun werkgever in dienst kunnen blijven, aldus de uitvoerder. Daarnaast is het aandeel voormalig vangnetters in de WGA de laatste jaren toegenomen. Voor hen is het moeilijker om aan het werk te komen, omdat tijdens ziekte de band met de arbeidsmarkt verbroken is. Een laatste verklaring is dat het aandeel ouderen en mensen met een psychische aandoening, beide factoren die de kans op werkhervatting verkleinen, in de WGA stijgt.

De ‘WGA-flexers’ komen dus moeilijker aan de slag dan andere WGA-ers. Uit de monitor blijkt dat de kans op re-integratie van de WGA-flex categorie veel groter is wanneer er al voor WGA werk is gemaakt van re-integratie. Op het moment van de claimbeoordeling werkte ongeveer 8% van de gedeeltelijk WGA’ers afkomstig uit het vangnet. 71% van deze groep is een jaar na instroom nog aan het werk. Van de gedeeltelijk arbeidsgeschikte vangnetters die zonder werk in de WGA zijn beland, heeft 15% binnen een jaar na instroom gewerkt. UWV constateert dat gedeeltelijk WGA’ers en 35-minners die na instroom het werk hervatten minder vaak aan het werk blijven dan degenen die op het moment van de claimbeoordeling werken. Dat verzekeraars als voorwaarde stellen dat er naast WGA-eigenrisicodragerschap per 2017 ook sprake moet zijn van Ziektewet-eigenrisicodragerschap, is in dit licht dus geen vreemde acceptatienorm.