Terug naar overzicht
16 september 2016

Problematische opvraag WGA-informatie

Bij de keuze voor WGA-eigenrisicodragen of premiedifferentiatie via de Belastingdienst speelt geld natuurlijk een rol. Om te bepalen welke premie een werkgever aan de Belastingdienst zal betalen is uitkeringsinformatie nodig. Helaas blijkt voor veel adviseurs hier een frustrerende zoektocht naar informatie te beginnen.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Bij de keuze voor WGA-eigenrisicodragen of premiedifferentiatie via de Belastingdienst speelt geld natuurlijk een rol. Om te bepalen welke premie een werkgever aan de Belastingdienst zal betalen is uitkeringsinformatie nodig. Helaas blijkt voor veel adviseurs hier een frustrerende zoektocht naar informatie te beginnen.

Informatie over WGA-uitkeringen kan worden opgevraagd bij UWV. Of bij de Belastingdienst. Of bij de eigenrisicodragersverzekeraar. Of bij de werkgever zelf. Het meest eenvoudig zou zijn als er een overzicht van de in 2015 betaalde WGA-uitkeringen wordt verstrekt door UWV. Deze uitkeringen zijn bepalend voor de (eventuele) publieke premie per 2017. De werkgever heeft de mogelijkheid om op het werkgeversportaal informatie in te zien, maar WGA-informatie over uitkeringen in 2015 zijn op het portaal niet te vinden.

In het verleden was informatieverstrekking rondom eigenrisicodragerschap eenvoudig; er kon bij UWV een BIER-lijst worden opgevraagd. Een werkgever ontving dan een brief van de uitvoerder met een Bijlage Inlooprisico Eigen Risicodragerschap. Met dit overzicht van de bestaande uitkeringslasten kon het inlooprisico bij eventuele aanvaarding van WGA eigen risicodragerschap worden gecheckt. Deze vorm van informatieverstrekking was UWV verplicht te leveren dankzij de wet Structuur Uitvoeringsorganisatie  Werk en Inkomen (SUWI). In deze Wet staat dat UWV gegevens uit zijn administratie mag leveren aan een werkgever, als die noodzakelijk zijn bij de aanvang van verzekeringsovereenkomsten in verband met o.a. eigenrisicodragerschap.

Nu de WGA-financiering is veranderd, is de BIER-lijst compleet nutteloos geworden. Alle werkgevers die eigenrisicodrager worden laten hun staartlasten achter. Als een werkgever zijn inlooprisico bij eigenrisicodragerschap opvraagt, dan zal het antwoord van UWV luiden dat er geen inlooprisico is. Bij beëindiging van eigenrisicodragerschap wordt de premie die de Belastingdienst berekent op alle historische WGA-lasten gebaseerd. Ook de lasten die zijn ontstaan tijdens de periode van eigenrisicodragerschap. Dat maakt dat bij de eventuele keuze voor beëindiging van eigenrisicodragerschap inzicht in de schadelast noodzakelijk is. Wat er kortom nodig is van UWV, is informatie in het geval een verzekeringsovereenkomst in verband met eigenrisicodragerschap eindigt, maar die verplichting is niet in SUWI opgenomen. Het is dus min of meer mazzel als een werkgever toch deze informatie ontvangt.

Minister Asscher heeft dit onderkend, maar helaas iets te laat. In de Verzamelwet 2017 van Sociale Zaken & Werkgelegenheid stelt de minister voor om de bevoegdheid van UWV uit te breiden ‘tot het verstrekken van gegevens en inlichtingen voor zover deze noodzakelijk zijn voor de informatieverstrekking bij het beëindigen van verzekeringsovereenkomsten’. ‘Mocht een werkgever zich oriënteren op een overstap naar publieke verzekering, dan kan hij deze gegevens bijvoorbeeld gebruiken om bij het UWV een inschatting te krijgen van zijn premie’, aldus Asscher.

Da’s mooi geregeld voor volgend jaar, maar de adviseur heeft daar momenteel niks aan. Wat resteert is de werkgever toch te laten proberen om bij UWV de informatie los te krijgen, bij de eigenrisicodragersverzekeraar navraag doen over WGA-schade en natuurlijk de administratie van de werkgever zelf onder de loep te nemen. Is er desondanks onvoldoende zekerheid over WGA-lasten, dan moet misschien worden vastgesteld dat het adviestraject niet tijdig genoeg is ingezet. En dat het volgend jaar als het goed is een stukje makkelijker wordt.