Woensdag 11 juni heeft demissionair minister Van Hijum de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het sociaal-medisch beoordelen bij UWV en de uitkomst van de voorjaarsbesluitvorming. Het meeste nieuws in de Kamerbrief is inmiddels bekend. We staan er nog even kort bij stil.
Over de WIA-beoordelingen

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Zonder aanvullende forse ingrepen de komende jaren, zal dit naar verwachting leiden tot achterstanden van circa 100.000 wachtende mensen in 2027, oplopend tot ongeveer 200.000 wachtende mensen in 2030, enkel voor de WIA-claimbeoordeling. Gelukkig komen er maatregelen om de pijn ietwat te verzachten. Het gaat om intensivering van beoordelingen via sociaal medische centra, herinvoering van de 60-plusmaatregel, structureel praktisch beoordelen en het leidend maken van het advies van de bedrijfsarts bij de RIV-toets.
De verzekeringsartsen in het sociaal-medisch centrum (SMC) hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid voor een groep klanten en krijgen ondersteuning van een multidisciplinair team van arbeidsdeskundigen, sociaal-medisch verpleegkundigen, re-integratiebegeleiders, medewerkers verzuimbeheer, procesbegeleiders, medisch secretaressen en teamondersteuners. Het werken via een SMC zorgt ervoor dat verzekeringsartsen doelmatiger worden ingezet en meer taken delegeren. Ieder UWV team zou daarom op die manier moeten werken, maar de omslag wordt bemoeilijkt door de doorlopende druk op de sociaal-medische dienstverlening. Van Hijum pompt structureel 36 miljoen euro extra richting UWV om de inspanningen die nodig zijn om de SMC’s op niveau te krijgen te bekostigen.
Een bekende maatregel is de 60-plusmaatregel in de WIA die per 1 januari vervallen is maar terugkomt. Mensen die vanaf 1 september 2025 het einde van de wachttijd bereiken en op dat moment 60 jaar of ouder zijn, komen in aanmerking voor de vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling. Bij de maatregel wordt onderscheid gemaakt naar leeftijd en 60-plussers krijgen veelal een WGA 80-100 uitkering toegekend zonder beoordeling door een verzekeringsarts. Hierdoor neemt de instroom van 60-plussers tijdelijk toe en stijgen de WIA-uitgaven. Van Hijum neemt deze buitenwettelijke maatregel daarom liever niet, maar de keerzijde is dat door de afwijkende beoordeling voor 60-plussers er 10.000 beoordelingen extra per jaar kunnen worden verricht. Omdat de ’60-plus-uitkeringen’ worden gefinancierd uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds is het prima nieuws voor de WGA-eigenrisicodragersverzekering. Een standaard WGA-80-100 uitkomst is daarentegen weer minder plezierig voor WIA-sommenverzekeringen. De maatregel loopt in beginsel tot september 2027.
Praktisch beoordelen, waarbij het arbeidsongeschiktheidspercentage van iemand die werkt bij een WIA-aanvraag wordt bepaald aan de hand van het inkomen dat met dat werk verdiend wordt, is oorspronkelijk tijdelijk ingevoerd voor de periode van 1 juli 2024 tot 1 juli 2027. De minister heeft besloten dat de werkwijze structureel wordt vanaf juli 2027. Dit betekent meer beoordelingen, maar ook percentueel meer WIA-toekenningen. Vóór 1 juli 2024 was het toekenningspercentage van aanvragen waarbij naast een praktische schatting ook een theoretische schatting werd gedaan 34 procent. Vanaf 1 juli 2024 vond uitsluitend een praktische schatting plaats, het toekenningspercentage bedroeg vanaf toen 42 procent.
De laatste maatregel is het leidend maken van het advies van de bedrijfsarts bij het toetsen van een re-integratieverslag voorafgaand aan de WIA-claimbeoordeling. Dit idee bestaat inmiddels ruim zes jaar en heeft het onder kabinet Rutte III zelfs tot Wetsvoorstel geschopt. Drie kabinetsvallen later lijkt het er nu toch van te gaan komen. Door het advies van bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend te maken bij de RIV-toets, zal de verzekeringsarts dit advies bij deze toets niet langer beoordelen. Hierdoor zijn loonsancties op basis van een medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts niet meer mogelijk.
Een maatregel die niet zozeer helpt, maar de achterstanden wat goedkoper maakt, is het verlengen van UWV beslistermijnen van 8 weken naar 16 weken; scheelt een hoop dwangsommen. Omdat de achterstanden bij UWV de komende jaren hoog blijven, wil Van Hijum doorgaan met verkennen of dwangsommen in het WIA-proces tijdelijk volledig buiten werking gesteld kunnen worden.
Dit is het belangrijkste wat we op korte en middellange termijn vanuit het Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid kunnen verwachten. Voor verdere verbeteringen en vereenvoudigingen is nu te weinig geld gereserveerd.
Dan ter afsluiting nog een opmerkelijk voorbeeld van hoe sociale zekerheid en arbeidsrecht met elkaar verweven zijn. Het opheffen van het handhavingsmoratorium van de wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) gaat enorme impact hebben op de WIA-uitvoering. Momenteel wordt 20 procent van de beoordelingen uitgevoerd door een verzekeringsarts die als zzp’er bij UWV aan de slag is. Hoewel UWV hen een arbeidsovereenkomst aanbiedt, dreigt een groot deel te verdwijnen met als resultaat dat er naar verwachting 20.000 minder beoordelingen per jaar kunnen worden uitgevoerd.


