Terug naar overzicht
26 november 2018

Oude Wajong moet beter

Dankzij de komst van de Participatiewet in 2015 is de instroom in de Wajong enorm gereduceerd. Dat komt omdat jonggehandicapten alleen in de Wajong belanden als zij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Jonggehandicapten die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn vallen onder de Participatiewet. Jonggehandicapten die voor de komst van de Participatiewet zijn ingestroomd en arbeidsvermogen hebben, blijven wel onder de Wajong vallen. Dat zijn er momenteel 120.000 en deze groep moet veel meer aan het werk volgens staatssecretaris Van Ark. In een wetsvoorstel lazen we hoe zij dat wil bereiken.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De Wajong bestaat momenteel uit de Wajong, die per 2010 met de komst van de nieuwe Wajong (nWajong of Wajong 2010) de oude Wajong (oWajong) is geworden. De nWajong bestaat weer uit drie regelingen: de uitkeringsregeling, de studieregeling en de werkregeling. Met de komst van de Participatiewet hebben we de voorlopig laatste Wajong gekregen de Wajong2015. Het is niet alleen verwarrend dat er meerdere regelingen naast elkaar bestaan. Doordat er verschillende uitkeringsregimes zijn, is het afhankelijk van de soort regeling waaronder een jonggehandicapte valt of werken voor hem of haar lonend is. Staatssecretaris Van Ark stelt voor om één uitkeringsregime te gaan hanteren waarbij het uitgangspunt is dat werken moet lonen.

Een tweede wijziging is dat studie of scholing geen effect heeft op de uitkering. Momenteel wordt het inkomen tijdens studie of scholing verlaagd van maximaal 75 procent naar (tijdelijk) 25 procent van het minimumloon. Dit is uiteraard geen grote stimulans om een scholing te starten, terwijl scholing juist bevordelijk kan zijn voor het vinden van een baan. Dit moet dus wijzigen en tegelijkertijd moet studeren ook voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de Wajong zonder uitkeringsconsequenties mogelijk worden. De verplichtingen die gericht zijn op het verkrijgen van arbeid, zijn gedurende de studietijd niet van toepassing op de jonggehandicapte.

Een derde belemmering die weggenomen gaat worden is de regel dat iemand zijn recht op arbeidsondersteuning verliest, zodra hij gedurende een jaar ten minste 100 procent van het wettelijk minimumloon heeft verdiend. Verder wijzigt de wijze waarop de verplichting om passend werk te accepteren is vormgegeven. Momenteel is het accepteren van passend werk een voorwaarde om voor inkomensondersteuning in aanmerking te komen. Over het accepteren van passend werk worden afspraken gemaakt in het re-integratieplan. Als er afspraken worden gemaakt in het reintegratieplan over de inzet van re-integratie-instrumenten, dan is de Wajonger verplicht om een aanbod van algemeen geaccepteerde arbeid te accepteren. Ook gewijzigd wordt de herlevingstermijn van vijf jaar binnen de Wajong. Er moet tot de pensioengerechtigde leeftijd recht zijn op herleving van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, mits de ingetreden arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak

Een laatste wijziging is er één waar wij nog een toelichting van de Staatssecretaris op zouden willen krijgen. Geregeld wordt dat een Wajong-gerechtigde vrijwillig kan afzien van zijn uitkering.  Door deze maatregel blijven mensen niet ongewild vastzitten in hun uitkering. Vaak gaat het om mensen die gedurende langere tijd een nul-uitkering krijgen, aldus de staatssecretaris. De vraag is nu wat er met de Wajong-status gebeurt van de werknemer die vrijwillig afziet van zijn Wajong-(nul-)uitkering. Komt de werkgever in dat geval nog in aanmerking voor Loonkostenvoordelen en kan er nog aanspraak gemaakt worden in geval van ziekte?