Vorige week is de Miljoenennota gepresenteerd en tijdens de algemene beschouwingen is er flink over gedebatteerd. Het zal u niet ontgaan zijn dat de aandacht daarbij vooral uitging naar koopkracht in relatie tot onze energienota’s. Wij kunnen ons daarom beperken tot enkele passages uit de Miljoenennota die met ons vakgebied te maken hebben.

Allereerst een wijziging waar we al een tijd op zitten te wachten en waarvoor ons geduld nog wat langer op de proef wordt gesteld. Kleine werkgevers die de activiteiten van hun onderneming beëindigen vanwege pensionering of overlijden hebben, onder voorwaarden, recht op compensatie van de transitievergoeding. Het onderdeel compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever is echter nog niet in werking getreden. De reden hiervoor is dat er nog geen werkbaar sociaal-medisch beoordelingskader voor ziekte van de werkgever is vastgesteld. Volgens het kabinet zal de regeling pas per 2024 in werking kunnen treden.

Wat wel in werking kan treden per 1 januari aanstaande is de verhoging van het minimumloon. De verhoging bedraagt 8,05 procent en inclusief de reguliere indexatie stijgt het minimumloon per 1 januari 2023 dan in totaal met 10,15 procent. De verhoging heeft ook invloed op alle uitkeringen die gebaseerd zijn op het minimumloon. Dat betekent dat ook de WGA-vervolguitkeringen per 1 januari voor hogere werkgeverslasten zullen zorgen.

Een wetsvoorstel dat weer een plek krijgt op de agenda is het voorstel om het medisch advies van de bedrijfsarts leidend te maken bij de toets op re-integratie-inspanningen. Dit is een oud voorstel dat bij de val van het vorige kabinet controversieel werd verklaard. De invoering is afhankelijk van parlementaire behandeling en is op zijn vroegst mogelijk in 2023.

Dan de WIA-voorschottenproblematiek. Zoals u weet kampt het UWV met grote achterstanden bij de WIA-beoordelingen, waardoor er veel voorschotten worden uitbetaald. Als achteraf blijkt dat er geen WIA-recht is, dan wordt de WIA-uitkering verrekend met bijvoorbeeld een WW-uitkering. Is verrekening niet mogelijk dan wordt het voorschot niet teruggevorderd. Die regeling bestaat nu al en wordt met (in ieder geval) een jaar verlengd tot 1 januari 2024. De extra kosten bedragen € 6,7 miljoen.

Per 1 januari 2023 treedt de regeling Tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB) in werking. Het doel van de regeling is een maatschappelijke erkenning van (ex-)werkenden die ziek zijn geworden door hun werk als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De tegemoetkoming zal in werking treden voor slachtoffers van longkanker door asbest; allergisch astma door allergenen; en CSE (Organo Psycho Syndroom).

Veel nieuws in de miljoenennota over de loonkostenvoordelen (LKV). Het goede nieuws staat er heel duidelijk in. Voor het LKV Ouderen, het LKV Arbeidsgehandicapten en het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer wordt mogelijk gemaakt dat een nieuwe werkgever LKV kan ontvangen voor een werkgever die eerder een doelgroepverklaring heeft ontvangen waarvan de looptijd nog niet is verstreken. Daarnaast wordt het LKV banenafspraak structureel beschikbaar in plaats van maximaal drie jaar na in dienst treden. Verder kunnen werkgevers het LKV banenafspraak toepassen voor alle werknemers die ze in dienst hebben en niet alleen voor de werknemers die onlangs in dienst zijn getreden. Ook wordt de doelgroepverklaring afgeschaft. Allemaal goed nieuws dat in moet gaan per 2025. Dan minder blije berichten; eveneens per 2025 wordt de hoogte van het LKV Ouderen, LKV Arbeidsgehandicapten en LKV Herplaatsen Arbeidsgehandicapten verlaagd.

Als laatste nog wat interessante cijfers:

• Het lage tarief van de Awf-premie wordt voor 2023 geraamd op 2,64 procent en het hoge tarief op 7,64 procent. Het (gewogen) gemiddelde van de AWf-werkgeverspremie bedraagt dan 3,89 procent.
• In 2023 betalen kleine werkgevers een Aof-premie van 5,46 procent en grote werkgevers een premie van 7,11 procent.
• In 2023 wordt de zelfstandigenaftrek in totaal met € 1.280 verlaagd van € 6.310 naar € 5.030. De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd tot deze in 2027 € 900 bedraagt