Terug naar overzicht
16 december 2024

Marginale mogelijkheden, marginale WIA-beoordeling

Onlangs is een werkinstructie van UWV afdeling Sociaal medische Zaken district Utrecht/Flevoland bekend gemaakt. Deze werkinstructie beschrijft hoe verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen kunnen handelen bij arbeidsongeschikte werknemers die marginale mogelijkheden hebben. Een begrijpelijke werkwijze die ook interessant is voor arbeidsdeskundigen en casemanagers die werkgevers bijstaan bij de poortwachterverplichtingen en/of de uitvoering van eigenrisicodragerschap

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Als een arbeidsongeschikte werknemer zeer weinig mogelijkheden tot re-integratie heeft dan zijn er twee mogelijkheden. Een werknemer kan in het geheel geen benutbare mogelijkheden hebben (GBM) of er is sprake van marginale mogelijkheden. Bij de WIA-beoordeling is dit van belang omdat als een verzekeringsarts vaststelt dat er geen benutbare mogelijkheden zijn, er geen arbeidsdeskundige beoordeling meer zal plaatsvinden. De werknemer is dan volledig arbeidsongeschikt en komt afhankelijk van de duurzaamheidsbeoordeling, in aanmerking voor een WGA- of IVA-uitkering. Bij marginale mogelijkheden bestaan er mogelijk wel mogelijkheden om arbeid te verrichten en kan inzet van de arbeidsdeskundige nodig zijn om het arbeidsongeschiktheidspercentage vast te stellen. Een uitgebreid arbeidsdeskundig onderzoek is echter niet zinvol als er weliswaar strikt genomen geen sprake is van GBM maar de beperkingen zo fors zijn, dat duidelijk is dat de arbeidskundige geen functies zal kunnen duiden.

In de werkinstructie van UWV district Utrecht/Flevoland wordt op deze problematiek ingegaan. Als een verzekeringsarts vaststelt dat er sprake is van een zeer beperkte belastbaarheid, dan volstaat volgens de instructie ‘een meer proportionele’ beoordeling. Die zeer beperkte belastbaarheid kan ontstaan doordat de werknemer al zijn beschikbare energie nodig heeft voor de algemene dagelijkse levensverrichtingen. Daarnaast kan er sprake zijn van sterke beperkingen die doorgaans leiden tot een vaststelling van volledige arbeidsongeschiktheid door een arbeidsdeskundige. Hierover zoekt de verzekeringsarts bevestiging bij een arbeidsdeskundige. Volgens de werkinstructie hoeft de verzekeringsarts in zo’n geval geen FML meer op te stellen. De werknemer wordt volledig arbeidsongeschikt beschouwd en er wordt beoordeeld of er recht is op WGA of IVA. Wanneer de beperkingen niet duurzaam zijn. Als er geen sprake is van duurzaamheid van de beperkingen die kunnen leiden tot volledige arbeidsongeschiktheid op arbeidsdeskundige gronden, dan volgt wel een beknopt arbeidsdeskundig onderzoek.

De werkinstructie zorgt ervoor dat er bij marginale mogelijkheden minder vaak een FML opgesteld hoeft te worden, er geen onzinnige arbeidsdeskundige onderzoeken meer gedaan hoeven te worden en het CBBS dus ook achterwege kan blijven. Scheelt het UWV tijd en voor de volledig arbeidsongeschikte werknemer een hoop gedoe.