Werkgevers die een bijdrage willen leveren aan de realisatie van de banenafspraak kunnen een werknemer in dienst nemen die is opgenomen in het doelgroepregister. In dit register staan mensen met een Wajong of Wsw-indicatie, mensen die via een Wiw/ID-baan aan de slag zijn en mensen uit de doelgroep van de Participatiewet die UWV positief heeft beoordeeld voor de banenafspraak. Daarnaast worden leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs zonder beoordeling opgenomen in het doelgroepregister als zij zich schriftelijk hebben aangemeld. Binnenkort wordt dit

Werkgevers die een bijdrage willen leveren aan de realisatie van de banenafspraak kunnen een werknemer in dienst nemen die is opgenomen in het doelgroepregister. In dit register staan mensen met een Wajong of Wsw-indicatie, mensen die via een Wiw/ID-baan aan de slag zijn en mensen uit de doelgroep van de Participatiewet die UWV positief heeft beoordeeld voor de banenafspraak. Daarnaast worden leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs zonder beoordeling opgenomen in het doelgroepregister als zij zich schriftelijk hebben aangemeld. Binnenkort wordt dit ook mogelijk voor leerlingen van het praktijkonderwijs.

In totaal zijn er ongeveer 267.000 mensen opgenomen in het register. Dat aantal zal waarschijnlijk snel toenemen omdat het makkelijker wordt om in het register opgenomen te worden. Staatssecretaris Klijnsma heeft namelijk besloten dat mensen die onder de Participatiewet vallen zonder tussenkomst van het UWV in het doelgroepregister opgenomen kunnen worden. De nieuwe mogelijkheid komt er vanuit een wens van de Werkkamer om de uitvoering van de banenafspraak te vereenvoudigen. Een werknemer die vanuit de Participatiewet aan de slag gaat bij een werkgever en waarbij wordt vastgesteld dat hij of zij een loonwaarde heeft die lager ligt dan het minimumloon, wordt nu ook in het register opgenomen. Er is dan dus geen beoordeling van het UWV meer nodig. Van de werknemer met een arbeidsbeperking wordt op de werkplek via een gevalideerde loonwaardemeting vastgesteld welke loonwaarde hij of zij heeft. Ook bij deze loonwaardemeting gaat iets veranderen.

Tot nu toe wordt het functieloon gebruikt voor de berekening van de loonwaarde. Dit zorgt ervoor dat de loonwaarde veelal hoger wordt vastgesteld aangezien het functieloon meestal hoger ligt dan het minimumloon. De loonkostensubsidie wordt vervolgens berekend door het verschil te nemen tussen de loonwaarde en het minimumloon. Doordat de loonwaarde eigenlijk te hoog wordt vastgesteld is de subsidie die de werkgever ontvangt te laag. Dit wordt nu opgelost door bij de loonwaardemeting het minimumloon als basis te hanteren. Wordt bij de werknemer dus op de werkplek vastgesteld dat de loonwaarde minder bedraagt dan het minimumloon, dan kan de gemeente deze werknemer aanmelden voor het doelgroepregister. De werkgever kan vervolgens gebruik maken van loonkostensubsidie, premiekorting en indien nodig de no-riskpolis van de Ziektewet.