In onze digi-kwest nieuwsbrief heeft u kunnen lezen over een uitspraak van de Hoge Raad over het beëindigen van slapende dienstverbanden. Kort gezegd kwam deze uitspraak erop neer dat goed werkgeverschap inhoudt, dat een slapend dienstverband in beginsel moet worden beëindigd als de werknemer dat wenst. Een werkgever kan in sommige gevallen beter zelf snel het initiatief nemen.

De Hoge Raad stelt dat een werknemer waarvan het slapende dienstverband wordt beëindigd, recht heeft op een transitievergoeding. Deze transitievergoeding wordt dan berekend alsof het dienstverband meteen na de periode van 104 weken loondoorbetaling bij ziekte zou zijn geëindigd. Bij slapende dienstverbanden betekent dit dus dat de vergoeding wordt berekend op basis van de huidige regels. Die regels gaan ingaande volgend jaar wijzigen. De opbouw van de transitievergoeding  bedraagt vanaf dan altijd een derde maandsalaris per gewerkt jaar; de ruimere opbouw bij dienstverbanden die langer dan tien jaar hebben geduurd komt te vervallen.

De transitievergoeding die wordt betaald na beëindiging van een slapend dienstverband komt voor compensatie in aanmerking. De compensatieregeling gaat vanaf 1 april 2020 van start. Minister Koolmees vertelt in zijn brief dat de werkgever bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, compensatie van de transitievergoeding krijgt die wordt berekend volgens de oude regels. Voorwaarde is wel dat hij vóór 1 januari 2020 met de werknemer overeenstemming moet hebben over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Pas vanaf volgend jaar initiatief nemen betekent bij langere dienstverbanden dat de compensatie een stuk lager kan zijn dan de betaalde vergoeding.

De brief van de minister  kunt u hier lezen.