Terug naar overzicht
07 december 2020

Keuzebudget en de WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen keert uit op basis van inkomen. Inkomen uit het verleden is bepalend voor het dagloon waarop de uitkering wordt gebaseerd en huidig inkomen wordt met die uitkering verrekend. Bij die verrekening gaat het om inkomen uit arbeid. Dat klinkt eenvoudig, maar hoe zit het dan met vakantiegeld en een dertiende maand of met een individueel keuzebudget dat wordt overgemaakt?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Vakantiegeld en indien van toepassing een dertiende maand zijn een vorm van uitgesteld loon. Gedurende een jaar vindt opbouw plaats en op een gegeven moment komt het gereserveerde bedrag tot uitbetaling. Bij de WIA-berekeningen gaat het UWV niet uit van de betalingen, maar van de opgebouwde bedragen. Daardoor ontstaat een regelmatige spreiding van het meenemen van dit deel van het loon over het jaar. De gereserveerde bedragen kan UWV uit de loonaangifte filteren, maar dit geldt niet voor alle bedragen die een werkgever apart zet. Steeds vaker vinden we in arbeidsvoorwaarden individuele budgetten die de werknemer kan inzetten voor zijn eigen inzetbaarheid. Volgens het kabinet is voor bijna 1 op de tien werknemers een dergelijk budget per cao geregeld. Soms is een budget versleuteld binnen één groot arbeidsvoorwaardenbudget waarbinnen ook de vakantiebijslag en een eventuele dertiende maand zijn ondergebracht.

Als een werknemer een opname doet uit een budget dan is die opname loon voor de werknemersverzekeringen. Een opname binnen de referteperiode van een toekomstige WIA-uitkering zorgt voor een verhoging van het dagloon. Opname net daarbuiten weer niet. Opname tijdens de WIA-uitkering zorgt voor een verrekening in de maand van opname waardoor de WIA-uitkering wordt verlaagd of zelfs nihil bedraagt. De overheid vindt het wenselijk dat ook bij dergelijke budgetten de opbouw bepalend wordt in de vaststelling van uitkeringen en niet de uitbetaling. Daarnaast is nodig dat bij opname van budgetten duidelijk wordt of er sprake is van vakantiegeld of bijvoorbeeld een leer/ontwikkelbudget. Dat is op dit moment niet mogelijk omdat de budgetten geen afzonderlijke plek hebben in de loonaangifte. De wettelijke regelingen die hierbij betrokken zijn, zoals het algemene inkomensbesluit socialezekerheidswetten en het Dagloonbesluit worden daarom aangepast.

De invoering van de wijzigingen is beoogd per 1 januari 2022. Vanaf dat moment is in de berekening van het dagloon de maandelijkse opbouw van het budget leidend, in plaats van de (grillige) momenten van uitbetaling. Hetzelfde geldt voor de verrekening van inkomsten met een uitkering. Ook in dat geval is het van belang om grote schommelingen in de vaststelling van de uitkeringshoogte te voorkomen.

Werkgevers zullen hun loonadministratie tegen die tijd aangepast moeten hebben. Sociale zaken heeft al afstemming gehad met een vertegenwoordiging van softwareontwikkelaars over aanpassing van de aangiftesoftware. De gegevensspecificaties voor de loonaangifte en het Handboek loonheffingen worden aangepast zodat werkgevers weten hoe zij de gegevens kunnen invoeren in de loonaangifte.