Geen nieuws dit bericht, maar we merken dat een potentieel belangrijke uitspraak (arrest van 30 augustus 2016) over de AOV niet breed bekend is bij inkomensadviseurs. De materie wordt nog door de Hoge Raad beoordeeld en kan grote gevolgen hebben voor de AOV-verzekeringsmarkt.
Keuze in arbeidsdeskundigen bij AOV-claims

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Geen nieuws dit bericht, maar we merken dat een potentieel belangrijke uitspraak (arrest van 30 augustus 2016) over de AOV niet breed bekend is bij inkomensadviseurs. De materie wordt nog door de Hoge Raad beoordeeld en kan grote gevolgen hebben voor de AOV-verzekeringsmarkt.
De arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandig ondernemers kent vele varianten. Eén van de aspecten waarin keuze mogelijk is, betreft het arbeidsongeschiktheidscriterium. De meest gebruikelijk zijn passende arbeid en beroepsarbeidsongeschiktheid. Bij de beoordeling of- en zo ja in welke mate een zelfstandige arbeidsongeschikt is, speelt een arbeidsdeskundige een zeer belangrijke rol. Op basis van mogelijkheden en beperkingen die een verzekeringsarts heeft vastgesteld kan een arbeidsdeskundige bepalen in hoeverre een zelfstandige in staat is om zijn eigen werk of passende arbeid te verrichten. De meeste AOV-verzekeraars maken bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid gebruik van arbeidsdeskundigen die bij hen in dienst zijn of bij bedrijven die aan hen gelieerd zijn. De rechter steekt mogelijk een stokje voor die handelswijze.
Een zelfstandige die een uitkering krijgt vanwege volledige arbeidsongeschiktheid wordt na een herkeuring minder arbeidsongeschikt geacht door de verzekeraar. Bij de herbeoordeling is gebruik gemaakt van een door de verzekeraar uitgekozen arbeidsdeskundige. Deze werkwijze heeft de verzekeraar ook in de polisvoorwaarden opgenomen. De vraag is of dit mag. De Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten bepaalt dat een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk wordt beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
De rechter vindt dat het evenwicht door de polisvoorwaarden en werkwijze van de verzekeraar inderdaad wordt verstoord. De verzekeraar stelt in de polisvoorwaarden dat zij de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt aan de hand van rapportages van door hen aan te wijzen deskundigen. De rechter stelt dat de verzekeraar daarmee eenzijdig het recht heeft om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen en daarbij ook zelf uitmaakt of en zo ja in welke mate van de rapportages van deskundigen gebruik wordt gemaakt. De verzekerde heeft volgens de polisvoorwaarden geen enkele inspraak of invloed bij die besluitvorming.
De verzekeraar vindt dat de hele Richtlijn echter niet van toepassing is. Het gaat bij de richtlijn immers om consumenten en de arbeidsongeschiktheidsverzekering is afgesloten door een ondernemer en is daarmee nauw verbonden met de bedrijfsmatige activiteiten van de verzekeringnemer. De rechter gaat hier niet in mee. De richtlijn is bedoeld om bescherming te bieden aan consumenten die zich tegenover de verkoper in een zwakke onderhandelingspositie bevinden. Zij beschikken over minder informatie dan de verkoper en stemmen met de door de verkoper tevoren opgestelde voorwaarden in zonder op de inhoud daarvan invloed te kunnen uitoefenen. Dat is bij een ondernemer niet anders. Bij het afsluiten van de AOV kan hij geen invloed uitoefenen op de standaard polisvoorwaarden. Daarbij wordt de verzekerde niet geïnformeerd over de reikwijdte en de consequenties van de vaststelling van arbeidsongeschiktheid, waarbij verplicht gebruik wordt gemaakt van een door de verzekeraar gekozen arbeidsdeskundige.
Een ander punt dat de rechter aanhaalt is dat de ondernemer een AOV afsluit tegen het risico van het wegvallen van privé-inkomsten. De verzekering wordt niet sec afgesloten voor de voortzetting van de onderneming bij arbeidsongeschiktheid. Ook wordt in de polisvoorwaarden steeds gesproken van “verzekerd inkomen” en niet van bijvoorbeeld “verzekerde omzet”.
Natuurlijk wil de verzekeraar weten of de Richtlijn juist wordt geïnterpreteerd. Dat mag de Hoge Raad in cassatie gaan bepalen. Als de regels inderdaad zo worden uitgelegd als de rechter nu heeft gedaan, dan kan de uitspraak de nodige impact hebben op de AOV-markt. In ieder geval zullen zo goed als alle verzekeraars hun polisvoorwaarden moeten aanpassen. Zeker in gevallen waarin de arbeidsongeschiktheid niet eenvoudig is vast te stellen zal de verzekerde mee moeten kunnen bepalen welke arbeidsdeskundige wordt ingeschakeld. Ook in die situatie zal het overigens de verzekeraar zijn die vaker van de diensten van de arbeidsdeskundige gebruik maakt. De arbeidskundige zal voor zijn inkomen dus meer afhankelijk zijn van de verzekeraar dan de ondernemer. Het wordt dan de vraag of die arbeidsdeskundige altijd onafhankelijk stelling blijft nemen, maar daar hoeven we op dit moment gelukkig nog niet op vooruit te lopen.
We blijven het voor u volgen. De tussenuitspraak kunt u hier teruglezen.


