De Wet Werk en zekerheid heeft ervoor gezorgd dat opbouw van rechten en maximale duur van WW- en loongerelateerde WGA-uitkeringen zijn beperkt. Het inkomensrisico dat daardoor is ontstaan wordt ook wel het derde WW-jaar genoemd, omdat de maximale uitkering werd verlaagd van ruim drie jaar naar twee jaar. De Stichting Private Aanvulling WW en WGA (SPAWW) is de belangrijkste uitvoerder van de reparatie van dit derde WW-jaar. Werkgevers houden voor de regeling premie in op het loon van werknemers, maar niet over al het loon.
Inhouding PAWW-bijdrage gewijzigd

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Ieder betaaltijdvak wordt door de werkgever over het brutoloon, gemaximeerd op het maximum sv-loon, een bijdrage van 0,1% ingehouden (premiepercentage 2025). Er wordt geen bijdrage ingehouden op het loon van de werknemer met ingang van de eerste dag van de maand waarin de werknemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Dat is vreemd, omdat er al vanaf twee jaar voor de AOW-leeftijd geen risico meer wordt gelopen en er in die periode dus wel premie moet worden afgedragen. Tot afgelopen zomer was er nog meer vreemds.
Een werknemer die niet op eigen initiatief uit dienst gaat heeft recht op een transitievergoeding. Een transitievergoeding wordt gezien als loon en SPAWW hief tot voor kort ook premie over een uitbetaalde transitievergoeding. Toch was deze inhouding merkwaardig. Een transitievergoeding is namelijk een vergoeding die gekwalificeerd wordt als loon uit een vroegere dienstbetrekking. Over loon uit vroegere dienstbetrekking houdt de werkgever wel loonheffingen in en premie voor de zorgverzekeringswet. Het is echter geen loon voor de werknemersverzekeringen zoals de WW en de WIA. Het is dan vreemd als een private regeling die aanvult op diezelfde WW en WIA wel premie rekent over loon uit vroegere dienstbetrekking. Die omissie is afgelopen zomer hersteld. Per 1 september 2025 hoeft er geen PAWW-bijdrage meer af te worden gedragen over transitievergoedingen


