Vakbond CNV luidde vorige week de noodklok over de arbeidsmarktpositie van uitzendkrachten. De vakvereniging heeft Maurice de Hond een enquête laten uitvoeren onder uitzendkrachten en de resultaten lijken schokkend. Werkgeversvereniging ABU en NBBU hebben weinig begrip voor het CNV-onderzoek en trekken de conclusies in twijfel.
Hoe zijn onze uitzendkrachten er aan toe?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Op de site van CNV is een afschrift te vinden van de uitkomsten van het dertien vragen tellende onderzoek. Daarin valt te lezen dat bijna de helft van de 600 respondenten nauwelijks kan rondkomen van zijn werk en ook bijna de helft niet weet of hij morgen nog werk heeft. Twee derde van hen werkt minstens twee jaar als uitzendkracht. Ruim een derde moet fulltime beschikbaar zijn maar heeft geen fulltime dienstverband en meer dan een derde heeft meer dan een baan nodig om rond te komen. Ook verontrustend is de uitkomst dat 38 procent geen vakantie neemt in verband met het inkomensverlies dat daarmee gepaard gaat. En wat vindt u er van dat 37 procent van de uitzendkrachten minder verdient dan collega’s die hetzelfde werk doen?
ABU en NBBU vinden het vreemd dat CNV nu met een onderzoek komt. Een goede maand geleden zijn ze met de werknemersvereniging een nieuwe cao overeengekomen waarin ook de beloning van uitzendkrachten is geregeld. Daar hebben de werkgeversorganisaties een punt, want CNV heeft inderdaad een handtekening gezet onder het akkoord en is eigenlijk alleen niet te spreken dat de pensioenregeling van uitzendkrachten niet verbeterd is. Op de uitkomsten van het onderzoek reageert ABU verder dat cijfers van het SCP laten zien dat het percentage uitzendkrachten dat moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen niet wezenlijk verschilt van de rest van werkend Nederland…NBBU wil nog graag kwijt dat haar leden er vanuit hun bedrijfsbelang alle baat bij hebben om hun uitzendkrachten zoveel mogelijk aan werk te helpen en goed te belonen. Zij streven naar langdurige opdrachten, houden zich aan de cao en volgen de inlenersbeloning.
Het CNV pleit voor aanscherping van het uitzendregime. De fase met uitzendbeding biedt de werknemer veel te weinig zekerheid en zou moeten worden teruggebracht van 78 weken naar 26 weken. Daarnaast roept de bond werkgevers op om mensen in dienst te nemen en ze hetzelfde salaris te bieden als de andere werknemers.


