Een WGA eigen risicodrager is verantwoordelijk voor de re-integratie van zijn WGA gerechtigde (ex)werknemer. Dit is een extra taak die een werkgever op zich neemt bij aanvaarding van WGA eigen risicodragerschap. Het voordeel is dat de werkgever zo invloed kan uitoefenen op zijn schadelast. Daar is dan natuurlijk wel de behulpzaamheid van de WGA’er voor nodig. Wat als die ontbreekt?
Hoe leg je een maatregel op?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Een WGA eigen risicodrager is verantwoordelijk voor de re-integratie van zijn WGA gerechtigde (ex)werknemer. Dit is een extra taak die een werkgever op zich neemt bij aanvaarding van WGA eigen risicodragerschap. Het voordeel is dat de werkgever zo invloed kan uitoefenen op zijn schadelast. Daar is dan natuurlijk wel de behulpzaamheid van de WGA’er voor nodig. Wat als die ontbreekt?
Een werkgever die eigenrisicodrager is, wordt aangemerkt als bestuursorgaan. Gedurende tien jaar waarin de WGA-uitkeringen worden doorbelast is de werkgever verantwoordelijk voor de re-integratie en heeft daarbij ook sanctiebevoegdheid. De werkgever mag een uitkering tijdelijk schorsen of de uitkering van de medewerker gedeeltelijk korten als de werknemer zijn verplichtingen niet nakomt (art. 89 WIA). Om het mogelijk te maken dat de werkgever sancties kan opleggen wordt een WGA eigenrisicodrager aangemerkt als bestuursorgaan en valt daarmee onder het werkingsgebied van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). De sanctie die een eigenrisicodrager oplegt moet in verhouding staan tot de overtreding (art. 90 WIA) en als dat niet gebeurt kan de eigenrisicodrager worden teruggefloten, zoals onlangs is gebeurd.
Een werkneemster van een eigenrisicodrager is in de WGA beland. Volgens de onderneming is de werkneemster naar het buitenland vertrokken voor een onbekende periode zonder dit bij het bedrijf te melden. De eigenrisicodrager stelt dat de werkneemster hiermee haar inlichtingenplicht heeft geschonden en verzoekt UWV om als maatregel de uitbetaling van de WGA-uitkering stop te zetten. Nadat de uitkering is stopgezet volgt bezwaar en beroep en een gang naar de rechter door de werkneemster. Zij stelt dat de onderneming best wist dat zij naar het buitenland vertrok. Zij moest naar Suriname toe om een echtscheiding af te wikkelen en de echtgenoot waarvan zij scheidde is directeur van de eigenrisicodragende onderneming.
Uiteindelijk komt de zaak bij de Centrale raad van beroep. De Raad stelt dat de werkneemster niet aan haar inlichtingenplicht heeft voldaan, omdat zij bij de eigenrisicodrager zelf niet heeft aangegeven waarom zij naar het buitenland is gegaan, voor hoelang en op welk adres. Toch is de opgelegde sanctie, het volledig stopzetten van de uitkering volgens de Raad niet terecht. De eigenrisicodrager heeft niet duidelijk gemaakt waarom de gekozen maatregel in verhouding staat tot de overtreding. Een eigenrisicodrager heeft weliswaar een eigen bevoegdheid tot het opleggen van maatregelen, maar deze maatregelen moeten wel aan de normen van onder andere de WIA en de Awb voldoen. Dat zou de eigenrisicodrager kunnen doen door met zijn sanctiebeleid aan te sluiten bij het Maatregelenbesluit zoals het UWV dat bij sancties hanteert. Het Maatregelenbesluit bepaalt dat bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht een tijdelijke korting van minimaal 2% en maximaal 20% aan de orde is.


