Aan het begin van het zomerreces liet toenmalig demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Hijum weten hoe het gaat met de UWV-hersteloperatie. Er worden 43.000 uitkeringen, waarbij er mogelijk sprake is van een fout in de dagloonvaststelling, handmatig onderzocht. Het herstellen van de uitkeringen zelf is nog niet gestart, maar de minister liet wel weten hoe de correcties eruit gaan zien.
Hersteloperatie UWV: niet terugvorderen, wel nabetalen

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Als door een verkeerd dagloon de hoogte van WIA-uitkeringen moet worden herzien, dan kan dat uiteraard zowel omhoog als omlaag. Een fout herstellen betekent dan dat een uitkeringsgerechtigde een nabetaling kan krijgen of zal moeten terugbetalen. Dat laatste ligt wat gevoelig. Dat komt omdat de fout in uitkeringsvaststelling in de meeste gevallen niet bij de ontvanger ligt. De gegevens voor de vaststelling van daglonen wordt immers rechtstreeks uit de Polisadministratie gehaald door UWV. Van Hijum vindt terugvordering van teveel betaalde uitkeringen ook onterecht voor de werknemers. De vaststelling van het dagloon is dermate complex dat het voor mensen vooraf niet in te schatten is of zij misschien teveel hebben ontvangen. Daarnaast zal het zeer lang duren voordat deze onzekerheid voor mensen kan worden weggenomen. Aan het begin van de zomer 2024 is duidelijk geworden dat er mogelijk op grote schaal fouten zijn gemaakt bij de vaststelling van het dagloon en een jaar later is er nog geen concrete datum waarop die duidelijkheid wel gegeven kan worden aan betrokkenen. De verwachting is dat het onderzoeken van de uitkeringen waarin mogelijk fouten zijn gemaakt, nog tot 2027 kan doorlopen. Voor de uitvoering is het tenslotte ook wel zo prettig dat er niet teruggevorderd hoeft te worden. Dat maakt de hersteloperatie een stuk eenvoudiger.
Geen terugvorderingen dus, wel nabetalingen. Ook daar is complexiteit een belangrijke factor om bij stil te staan. Een nabetaling veroorzaakt een eenmalige piek in het inkomen in het jaar van de nabetaling en kan onder andere invloed hebben op verzekeringsuitkeringen, pensioenregelingen, recht op toeslagen en op de te betalen belastingen. Om de gevolgen zoveel als mogelijk te beperken heeft UWV om tafel gezeten met de Pensioenfederatie, het Verbond van Verzekeraars, de VNG, de SVB, het CAK, Belastingdienst, Dienst Toeslagen en DUO. De analyse van deze partijen leidt tot twee oplossingsrichtingen. UWV zou de te laag vastgestelde uitkeringen kunnen corrigeren en eventuele gevolgschade wordt daarna vergoed. Deze reparatie achteraf vindt Van Hijum onwenselijk. Over de tweede oplossingsrichting is hij positiever. UWV corrigeert de uitkeringen per toekomende datum en compenseert voor misgelopen WIA-uitkeringen in het verleden op basis van een aparte regeling. UWV neemt via de eindheffing de belastingheffing over de compensatie voor eigen rekening. Voor mensen betekent dit dat het bedrag niet meetelt voor het verzamelinkomen en daarmee keteneffecten worden voorkomen.
De tweede oplossingsrichting wordt momenteel verder uitgewerkt. Een zeer groot aandachtspunt daarbij zijn de pensioenregelingen van de werknemers. Het is volgens de pensioenfondsen van essentieel belang dat in hun administratie de correcties wel met terugwerkende kracht worden aangepast. Zowel bij verhogingen als bij verlagingen. Het ministerie gaat met de pensioenfondsen en verzekeraars onderzoeken hoe hiermee kan worden omgegaan.
Waar het gaat om nabetalingen en het niet terugvorderen van teveel betaalde uitkeringen is er nog een partij die aandacht behoeft. WIA-uitkeringen worden gefinancierd door werkgevers. Voor te hoog vastgestelde daglonen geldt dat werkgevers over het verleden te veel hebben betaald en voor te laag vastgestelde daglonen dat werkgevers te weinig hebben betaald. Of foutieve daglonen wel of niet met terugwerkende kracht worden hersteld is hierbij van grote invloed. Het uitgangspunt is om nadelige gevolgen voor werkgevers zoveel mogelijk te beperken, maar hoe dit geregeld moet worden horen we pas in het najaar. Tenminste dat was het plan van Van Hijum. Zijn VVD-opvolger/opvolgster zal ongetwijfeld (ook) inzetten op een spoedige zo bevredigend mogelijke oplossing van deze kwestie.