Terug naar overzicht
08 april 2019

Herbeoordelingen in Groningen: pittige conclusies

Zoals u waarschijnlijk weet is er bij UWV een ‘werkvoorraad’ met arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen, mede door een tekort aan verzekeringsartsen. Eén van de oplossingen om de voorraad weg te werken is taakdelegatie. Onder de verantwoordelijkheid van een verzekeringsarts worden dan bepaalde taken door andere UWV-functionarissen uitgevoerd. Dit is in Groningen niet goed uitgevoerd.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Dit voorjaar verschenen in de media berichten over herbeoordelingen van arbeidsongeschikten die niet door verzekeringsartsen, maar door verpleegkundigen zouden worden uitgevoerd. Minister Koolmees heeft UWV op het matje geroepen en de accountantsdienst van UWV heeft onderzoek uitgevoerd naar de gevolgde werkwijze in Groningen. De rapportage van de accountantsdienst is begin deze maand naar buiten gebracht en de conclusies zijn niet mals. Enkele passages uit het rapport:

In de praktijk werden de meeste dossiers met de uitkomst IVA afgehandeld door sociaal medisch verpleegkundigen zonder tussenkomst van een verzekeringsarts. Het medisch onderzoeksverslag was een sjabloon, vooraf ingevuld met standaardteksten en de naam van de verzekeringsarts als rapporteur.

Medewerkers waren zich niet bewust van het feit dat zij handelden in strijd met de geldende richtlijnen. Het management van kantoor Groningen heeft aangegeven dat zij niet op de hoogte waren van de details van deze werkwijze. Door bovenstaande werkwijze hebben de sociaal medisch verpleegkundigen bij de afhandeling van dossiers met uitkomst IVA in ieder geval de volgende taken uitgevoerd die op basis van het juridisch kader taakdelegatie zijn voorbehouden aan de verzekeringsarts:

  • oordeelsvorming inzake belastbaarheid c.q. weging relevante feiten;
  • stellen van een medische diagnose.

Boven de rapportages worden de naam van de verzekeringsarts en de initialen van twee sociaal medisch verpleegkundigen vermeld. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat in alle dossiers die zijn afgehandeld door de sociaal medisch verpleegkundige met de uitkomst IVA de oordeelsvorming door de verzekeringsarts heeft plaatsgevonden.

Uit onze deelwaarneming blijkt dat niet in alle dossiers waarin het beslisdocument IVA aanwezig zou moeten zijn, dit document ook daadwerkelijk aanwezig is. De handtekening op het document lijkt in veel dossiers een kopie en geen originele handtekening.

 

Koolmees stelt ons gerust met de mededeling dat de werkwijze inmiddels is aangepast. Op basis van een eerste onderzoek is het beeld dat er – ondanks de gehanteerde werkwijze – inhoudelijk juiste beslissingen over de IVA-rechten zijn genomen, aldus de minister.

De beroepsverenigingen voor verzekeringsartsen GAV, NOVAG en NVVG zijn echter niet gerustgesteld. In een brief aan de minister stellen zij dat de werkwijze in Groningen niet alleen in strijd is met wet- en regelgeving waarbij de kwaliteit van de beoordelingen van cliënten in het geding is, maar kennelijk ook geleid heeft tot onrechtmatige uitkeringen. Het feit dat maar liefst 78,6 procent van de herbeoordeelden een IVA-uitkering krijgt is volgens hen veelzeggend, aangezien bij reguliere herbeoordelingen dit rond de 20 procent ligt.

De verzekeringsartsen zien de problematische werkwijze in Groningen vooral als een uitwas van de governance structuur binnen UWV, die niet gericht is op inhoud (bevorderen participatie van cliënten) maar processen (afhandelen claimbeoordelingen), een gebruikelijke focus van managers, die helaas sterk in deze organisatie is verankerd. In de brief schrijven de verenigingen het verontrustend te vinden dat zij niet kunnen bevestigen dat Koolmees door de Raad van Bestuur van het UWV volledig en juist is geïnformeerd. Het mogelijke gevolg is volgens hen dat de minister niet in staat is geweest de Tweede Kamer volledig en juist te informeren. De verzekeringsartsen adviseren Koolmees een volledig onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren en de beroepsverenigingen daar uiteraard bij te betrekken.