We informeerden in onze digi-kwest al eerder over de problemen die kunnen ontstaan als een grenswerker (meer) thuis gaat werken, bijvoorbeeld als gevolg van de Covid-uitbraak. Zodra een werknemer tenminste 25% thuiswerkt, dan is hij ook verplicht verzekerd in zijn woonland. Dat kan voor de werknemer en zijn werkgever voor tal van problemen zorgen, zoals het moeten aanvragen van een buitenlands loonheffingennummer. Van Gennip zoekt al tijden naar een oplossing en denkt die nu gevonden te hebben.
Grensarbeid en thuiswerk wijzigt
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Door alle maatregelen die de afgelopen jaren golden tijdens de Covid-pandemie zijn werknemers massaal gaan thuiswerken. Dat geldt uiteraard ook voor grensarbeiders. Deze werknemers werken ‘over de grens’ en zijn daardoor in een ander land dan hun woonland verzekerd voor sociale regelingen en verzekeringen. Als een werknemer echter ook tenminste 25% van zijn werktijd in zijn woonland gaat werken, dan is hij verplicht in zijn woonland verzekerd. De werkgever zal dan in dat woonland sociale premies moeten afdragen en de (aanvullende) verzekeringen die in het werkland van toepassing waren stop moeten zetten. Een ongewenste situatie als er sprake is van een tijdelijk andere gebruikelijke werkplek. EU-lidstaten hebben daarom met elkaar afgesproken dat het toegenomen thuiswerken tijdelijk (feitelijk tot 1 juli 2023) niet zou leiden tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Er is in de tussentijd gezocht naar een definitieve oplossing.
Eind maart is door een deskundige werkgroep een concept-Kaderovereenkomst overeengekomen. De Kaderovereenkomst moet duidelijkheid geven op het gebied van sociale zekerheid voor zowel werkgevers als werknemers die werken en wonen in verschillende lidstaten. De duidelijkheid wordt geboden door een uitbreiding van de uren waarin een werknemer zonder gevolgen voor zijn sociale zekerheid thuis kan werken. In de Kaderovereenkomst wordt gesteld dat de grenswerker tot 50% van zijn werktijd thuis kan werken. Voorwaarde is dat zowel het woonland als het werkland de Kaderovereenkomst ondertekend hebben. Er is afgesproken dat lidstaten elkaar uiterlijk 17 april informeren of ze de Kaderovereenkomst willen ondertekenen en Nederland als belangrijke initiatiefnemer zal die krabbel wel zetten.
Om gebruik te maken van deze uitgebreidere regeling, moet de werkgever of de werknemer in het werkland een aanvraag indienen bij de betrokken uitvoeringsinstelling. In Nederland is hiervoor de Sociale verzekeringsbank de aangewezen partij.