Terug naar overzicht
24 maart 2025

Goede vragen over de financiering van arbeidsongeschiktheid

Er zijn vorige maand een aantal goede en een aantal wat opmerkelijke vragen gesteld door GroenLinks-PvdA aan minister Van Hijum van Sociale Zaken & Werkgelegenheid. Om meteen de hooggespannen verwachtingen weg te nemen; de vragen zijn nog niet beantwoord. De minister heeft meer tijd nodig om met goede antwoorden te komen. We snappen dat best.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

We hebben de vragen er nog eens bij gepakt. Allereerst wordt een uitleg gevraagd van de systematiek rondom de premiestelling van de verschillende werknemersverzekeringen en bijbehorende fondsen. Dat is wat opmerkelijk omdat die systematiek toch eigenlijk wel bekend zou moeten zijn bij de Tweede Kamerleden, in ieder geval bij hen die zitting hebben in de vaste commissie voor sociale zaken & werkgelegenheid. De vervolgvragen zijn in dat licht ook wat merkwaardig. Zo moet de minister vertellen op welke manier de premies voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid worden vastgesteld. Ook wordt gevraagd of het klopt dat er een verschil is in de manier waarop de premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds en het Arbeidsongeschiktheidsfonds enerzijds en anderzijds het Werkhervattingsfonds worden vastgesteld. Dat we geen Werkhervattingsfonds maar een Werkhervattingskas hebben zal de minister ongetwijfeld en ongevraagd bij zijn beantwoording vermelden.

Dan de meer zinvolle vragen. GroenLinks-PvdA is benieuwd hoe de premiestelling en het vullen van de fondsen voor werknemersverzekeringen historisch is gegroeid. De minister moet daarbij aangeven welke keuzes daarin zijn gemaakt en waarom. We kijken uit naar de beantwoording op de vraag hoe de relatie tussen premie en de lasten over de tijd is veranderd. En de extra tijd voor beantwoording heeft volgens ons te maken met de vraag of het klopt dat er gedurende de tijd steeds meer doelen voor de premies zijn bijgekomen, die los staan van het lastendekkend ophalen van de benodigde middelen voor het gebruik van de werknemersverzekeringen. Uiteraard wordt ook gevraagd naar een beschrijving van de doelen. Waarschijnlijk hebben de vragenstellers al een beetje een idee aangezien er ook wordt gevraagd naar de relatie met het EMU-saldo. Ofwel; telt al het geld in de fondsen en kassen mee in het sommetje om het begrotingssaldotekort onder de 3 procent te houden?

De mooiste vraag is de laatste: Ziet u een verband tussen de relatie tussen premie en verzekerd risico enerzijds en anderzijds zeggenschap over, solidariteit binnen of draagvlak voor werknemersverzekeringen? We hopen dat de antwoorden ministens zo mooi zullen zijn. We houden u op de hoogte!