Terug naar overzicht
15 maart 2021

Geen loondoorbetaling, wel no-risk

Een werkgever die een WIA-gerechtigde werknemer in dienst houdt heeft bij ziekte recht op overheidssubsidies. Misschien wel de belangrijkste daarvan is de no-riskpolis van de Ziektewet. Deze Ziektewetuitkering verkleint de loonschade voor de werkgever. Maar wat als de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting bij ziekte heeft?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Bij het in dienst houden van een werknemer die een WIA-uitkering toegekend heeft gekregen is het van belang om te weten of de re-integratie volledig is afgerond. Als de re-integratie is afgerond dan is het werk van de werknemer zijn ‘bedongen arbeid’. Is de werknemer nog werkzaam in het kader van re-integratie dan is dat werk ‘passende arbeid’. Dat onderscheid is van belang als de werknemer (meer) arbeidsongeschikt raakt. Bij nieuw bedongen arbeid en ziekte is er recht op loondoorbetaling voor maximaal 104 weken. Is er nog steeds sprake van passende arbeid tijdens re-integratie dan is er geen recht op loondoorbetaling bij ziekte; de maximale termijn van 104 weken is immers al doorlopen.

De rechter in Leeuwarden mocht zich onlangs in hoger beroep bemoeien met een discussie tussen een werkgever en werknemer over loondoorbetaling bij ziekte. De werknemer was nadat hij een WIA-uitkering toegekend had gekregen, in dienst gebleven bij zijn werkgever. Toen de werknemer zich daarna een aantal maal ziek meldde, werd er een Ziektewetuitkering toegekend vanuit de no-riskpolis. In de eerste periode vulde de werkgever deze uitkering nog aan, maar hield daar op een gegeven moment mee op aangezien er volgens hem geen recht meer bestond op loondoorbetaling.

De rechter is het met de werkgever eens. In deze zaak blijkt uit niets dat er sprake is van nieuwe bedongen arbeid. Er is dus geen recht op loondoorbetaling bij ziekte omdat de maximale periode al bereikt is. Hoe komt het dan dat er wel recht is op een Ziektewetuitkering? De (beknopte) wettekst luidt als volgt:

De werknemer die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en ten aanzien van wie een dienstbetrekking bij diens werkgever wordt voortgezet nadat dat recht is vastgesteld, heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen in de vijf jaren na vaststelling van het recht op uitkering.

Aangezien de werknemer arbeidsongeschikt is geworden in de vijf jaar nadat recht ontstond op WIA en hij ook in dienst is gebleven bij zijn werkgever, is er dus wel recht op een Ziektewetuitkering.

U kunt de volledige uitspraak hier doornemen.