Het mkb-bedrijf is volgens de politiek de banenmotor van Nederland. Mkb-werkgevers vinden dat de overheid zand in die motor heeft gestrooid door de stapeling van verplichtingen en verantwoordelijkheden die horen bij werkgeverschap. Een van de verplichtingen die als buitensporig wordt gezien is de loondoorbetaling bij ziekte van maximaal 104 weken. Om mkb-werkgevers op dat punt tegemoet te komen is een financiële tegemoetkoming bedacht. Die tegemoetkoming is dit jaar in de vorm van een premievermindering doorgevoerd en vanaf volgend jaar via premiedifferentiatie. Die premiedifferentiatie gaat gevolgen hebben voor de ZW- en WGA-financiering, zo blijkt uit het wetsvoorstel dat nu ter consultatie voorligt.
Gedifferentieerde Aof- en Whk-premie

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
De financiële tegemoetkoming geldt alleen voor kleine werkgevers. Zij staan bij ziek personeel voor dezelfde verplichtingen en kosten als grote werkgevers, maar hebben minder mogelijkheden om aan die verplichtingen te voldoen. Kleine werkgevers hebben meestal weinig ervaring met ziekteverzuim en weten daardoor minder goed wat er van hen verwacht wordt. Met name kleine werkgevers geven dan ook aan de behoefte te hebben om ontzorgd te worden. Daarom wil het kabinet kleine werkgevers financieel tegemoetkomen voor de kosten van loondoorbetaling en re-integratie. Kleine werkgevers kunnen deze tegemoetkoming aanwenden om zich goed te verzekeren via bijvoorbeeld de MKB-verzuim-ontzorg-verzekering
In een internetconsultatie stelt het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid voor om de grens voor de Aof-premiedifferentiatie te stellen op 25 maal de gemiddelde loonsom:
- kleine werkgevers: tot en met 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar;
- middelgrote en grote werkgevers: meer dan 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar.
Kleine werkgevers betalen een verlaagde Aof-premie waarvoor een tegemoetkoming van 450 miljoen euro is uitgetrokken. Deze premieverlaging wordt voor 250 miljoen euro gedekt uit een verhoging van de Aof-premie voor alle werkgevers (ook kleine werkgevers). Per saldo betekent dit dat de Aof-premie voor kleine werkgevers met ongeveer 1,0 procentpunt daalt. Voor (middel)grote werkgevers stijgt de Aof-premie met ca. 0,1 procentpunt. Uitgaande van de huidige Aof-premie zal een kleine werkgever 5,77 procent gaan betalen en een (middel)grote werkgever 6,87 procent, exclusief de opslag voor kinderopvang.
Nieuwe grens voor meer regelingen!
De grens van 25 maal de gemiddelde loonsom wijkt af van een andere ‘kleine werkgevergrens’ in de werknemersverzekeringen. Voor de financiering van de Ziektewet en WGA is de grens voor een kleine werkgever namelijk gesteld op 10 maal de gemiddelde premieplichtige loonsom per werknemer. Kleine werkgevers betalen een sectoraal vastgestelde Ziektewet- en WGA-premie. Werkgevers met een loonsom groter dan 100 maal het gemiddelde loon betalen een individuele premie en werkgevers daartussen een combinatievorm van beide premies. Voor die tussenvorm geldt; hoe hoger de loonsom hoe meer de individuele premie meeweegt en hoe minder de sectoraal vastgestelde premie.
Sociale Zaken & Werkgelegenheid vindt het niet handig om met twee loongrenzen te gaan werken binnen de werknemersverzekeringen en kiest ervoor om ook voor de Ziektewet- en WGA-financiering de grens ‘kleine werkgever’ te stellen op 25 maal de gemiddelde loonsom. Dit biedt meer duidelijkheid voor werkgevers en gemak voor de uitvoering. Als extra reden geeft het ministerie aan dat het ook een verbetering van de premiesystematiek voor de Whk is. De gedachte daarbij is dat de impact van één ZW- of WGA-toekenning op de premie van een kleine werkgever erg groot is, terwijl de gemiddelde WGA- of ZW-kans relatief laag is. Echter, daarvoor is ook de wegingsfactor in de financiering toegevoegd. Bij een werkgever met bijvoorbeeld 20 maal de gemiddelde loonsom werkt een uitkering maar voor ongeveer 10 procent mee in de totale premie.
Het gevolg van de nieuwe grens is in ieder geval dat voor werkgevers die 25 tot en met 100 maal het gemiddelde premieplichtig loon per werknemer per jaar betalen, het individuele deel van de premie kleiner wordt. Voor werkgevers die 10 tot en met 25 maal het gemiddeld premieplichtig loon betalen verdwijnt de invloed van een individueel vastgestelde premie in het geheel. Het principe van de vervuiler betaald wordt dus minder van toepassing. De nieuwe grens zal ook gevolgen kunnen hebben voor keuzes die werkgevers maken voor Ziektewet en/of WGA-eigenrisicodragerschap. In een toelichting op het voorstel schrijft minister Koolmees dat hij verwacht dat het op dat punt wel zal loslopen.
Dit voorstel van Sociale Zaken & Werkgelegenheid ligt tot 20 maart aanstaande voor in een internetconsultatie. Op deze internetpagina mag u er iets van vinden.


