Minister Asscher gaat aandacht besteden aan psychosociale arbeidsbelasting. Mocht ook wel eens een keertje. Op de arbosite van de overheid valt te lezen dat werkgevers verplicht zijn grensoverschrijdend gedrag en werkdruk te voorkomen. Maar ook de werknemers zelf dragen hiervoor medeverantwoordelijkheid. Van grensoverschrijdend gedrag is sprake zodra er communicatie tussen vrouwen en mannen tot stand komt. Geen grotere kloof dan de Grand-Communicatie-Canyon tussen de sexen.
Neem bijvoorbeeld het doornemen van de vakantie bij terugkomst op de werkvloer. Bij mannen gaat dit als volgt: “Hoe was de vakantie?” ‘Goed en bij jou?’ “Ook goed”. En door. Hup aan het werk. De bespreking van vakantievertier neemt ietwat meer tijd in beslag bij de werkneemsters. Alleen al de aanschafprijs van espadrilles in een of ander Spaans boetiekje vergt enkele uren discussie.
Een ander voorbeeld. Bij opleidingsinstituut Enkwest behoort het nakijken van examens vanzelfsprekend tot het takenpakket. Bij multiplechoicevragen bestaat het antwoord van mannelijke geëxamineerden doorgaans uit a, b of c. Dames die exact hetzelfde examen maken weten in hun antwoord uitvoerig te beschrijven waarom ze voor zowel a als b hebben gekozen, wat hun twijfel bij c was en wat hun antwoord was geweest als de vraag ietwat anders geformuleerd zou zijn. Ik verzin dit dus niet, pakken papier moet je door.
Je zou de communicatiewijze van mannen kunnen omschrijven als adequaat of doeltreffend. Voor vrouwen is de betiteling: “wall of sound” meer op zijn plaats. Ik heb daar overigens totaal geen probleem mee, geen enkele man trouwens, maar ook hier is een verschil merkbaar: vrouwen namelijk wel. Als mevrouw Vluggen mij bijvoorbeeld een vraag stelt, geef ik een antwoord dat zonder uitzondering uit een duidelijk ja of nee bestaat. Dit is voor haar steevast onbevredigend -want te kort. Vervolgens start een langdurige monoloog waarin wordt uitgelegd dat ik weliswaar ja of nee heb gezegd, maar dat zij voelt dat ik eigen bedoel dat... blabla.
Van de week kreeg ik een ingeving die ik bij deze aan minister Asscher overdraag. Laat mannen een maatschappelijke stage lopen in een kapsalon. Nergens kan je leren hoe je zo uitvoerig mogelijk kan communiceren zonder iets te zeggen als daar. Ik zat vrijdag op de kappersstoel en luisterde beleefd naar de kapster die met 400 woorden per minuut haar ervaring aangaande de aanschaf van een tas op een of andere bazaar op mij afvuurde. Toen ze mij tussendoor vroeg of er ‘bovenop ook iets af mocht’, gaf ik op de mij kenmerkende wijze een duidelijk en ontkennend antwoord. De kapster kwebbelde door over een gemaakte kamelenrit en de uitwerking ervan op haar bekkenbodemspier, terwijl ze zonder aarzeling de schaar in het haar bovenop mijn bol zette. Uit angst voor de razende schaarbewegingen rond mijn oren durfde ik te bewegen noch tegen te stribbelen. Bijna kaal en zo goed als doof nam ik afscheid van de kapster die gewoon door leek te kletsen terwijl ik al lang buiten stond.
Hoe we mannen kunnen leren uitvoerig te communiceren is me nu wel duidelijk, maar hoe we vrouwen moeten leren luisteren… Als u het weet hoor ik het graag!



