Een misschien wat vreemde gedachte, maar ik denk dat werkgevers eigenlijk wel wat op vaders lijken. Werkgevers zorgen bijvoorbeeld als vaders voor hun werknemers: ze geven ze klusjes en zakgeld. Werkgevers zijn daarnaast net als vaders bazig ten opzichte van hun onderdanen, maar ook bezorgd dat hun werknemers iets overkomt. Nu gaat die vergelijking niet helemaal op, want vaders zijn daadwerkelijk bang dat er iets met hun kind gebeurt. Werkgevers daarentegen zijn in geval van werknemersonheil voornamelijk bevreesd voor de boetes van de arbeidsinspectie. Nu zou ik persoonlijk, net als iedere andere vader, liever al het zakgeld dat ik ooit in mijn carriere verdien, aan boetes betalen, dan dat er iets naars met mijn kinderen gebeurt. Ik moest daar vanmorgen aan denken toen de school van zoon nr. 2 aan de telefoon hing.
Het is best jammer dat niemand je van tevoren goed informeert over ouderschap. Natuurlijk hoor je, naast het gezemel dat kinderen je leven verrijken, wel wat over huilbaby’s, opvoedkundige ellende et cetera, maar niemand vertelt dat het ouderschap betekent dat je jezelf 24 uur per dag, zeven dagen per week zorgen maakt. Ondoenlijk is het.
Zoon nr. 1 zit ‘op kamers’ en komt alleen in het weekend thuis om was te brengen en vitamines te halen. Daarnaast biedt deze uitwisselingsexcercitie hem de gelegenheid om met zijn voormalige klasgenoten van de middelbare school een pils te drinken op de eeuwige vriendschap. Het vervelende is dat de jeugd tegenwoordig pas naar het café gaat op een tijdstip waarop wij vroeger alweer huiswaarts keerden. Nu maak ik me over zoon nr. 1 niet heel veel zorgen meer, maar dat is duidelijk anders voor mevrouw Vluggen. Vanaf het moment dat ik naast mijn zorgenbarende betere helft mijn helft van de echtelijke sponde betreed, informeert ze bezorgd of haar eerstgeborene al thuis is en herhaalt die vraag iedere keer als ik dreig in te dommelen.
Na een weekend met door zorg gebroken nachten is het doordeweeks weinig bijslapen. Dat ligt aan onze duitenminnende dochter die –uiteraard alleen als schoolwerk het toelaat- iedere avond werkt in de horeca. Dat betekent dat zij rond, of pas na middernacht thuiskomt. Alleen. Op haar slecht verlichte fietsje. In het donker. Het merkwaardige is dat haar vriend in het weekend compleet aan haar vastgekleefd is, maar doordeweeks als hij daadwerkelijk nodig is om haar thuis te brengen, geen thuis geeft. Ook ik haal haar niet op, want dat mag niet. We moeten haar namelijk vertrouwen. Natuurlijk leg ik haar dan geduldig uit dat ik haar tot op zekere hoogte wel enigszins vertrouw af en toe, maar de rest van de wereld niet. Deze logica biedt echter geen soelaas en is enkel de start van de zoveelste niet te winnen discussie met mijn kleine, breekbare, zichzelf onkwetsbaar achtende puberdochter.
‘Maar overdag dan?’ zult u zich wellicht afvragen. Ja, overdags was tot nu toe inderdaad vrij zorgeloos. Zoon nr. twee is dan weliswaar een half sleutelkind die alleen naar school en huis fietst, maar met zijn mobieltje stelt hij me tweemaal daags gerust. ‘Papa ik ben op school’, dan wel: ‘Papa ik ben weer thuis’, bericht het ventje me trouw. Behalve vanmorgen. Op het tijdstip waarop normaal gesproken het opluchtende sms-je mijn telefoon doet zoemen, gebeurde er niets. Ook de urenlang lijkende minuten erna volgde slechts stilte. Pas op het moment dat de school al was begonnen en de lichte paniek plaatsmaakte voor pure wanhoop ging mijn telefoon af. Het was alleen geen sms-je van zoon nr. twee die eindelijk op school was, het was de school zelf. Terwijl ik naar het beeldscherm staarde vulden enkele zeer zorgelijke gedachten mijn hoofd. In ieder geval was duidelijk dat ook de school van zoon nr. twee zich zorgen maakte, want anders zouden ze niet bellen.
Toen ik met een trillende stem de telefoon aannam, kreeg ik een vrolijke zoon nr. 2 aan de lijn: ‘Hoi pap, ik ben m’n mobieltje vergeten dus ik bel je maar effe met de telefoon van school’. ‘Hoef je je geen zorgen te maken dat ik niet ben aangekomen’, voegde het mannetje er aan toe. Ik denk dat ik om even rustig bij te kunnen komen, mijn werkgever -verder een bijzonder zorgzame kerel overigens- vandaag maar eens om een zorgverlofje vraag.



