De laatste 25 jaar is het ziekteverzuimpercentage bij bedrijven meer dan gehalveerd. Een ongekende prestatie die vaak en volkomen ten onrechte wordt toegeschreven aan gewijzigde sociale wetgeving. Ik zal het voor de misverstaanders nog eens uitleggen, want niet poortwachter, Wulbz en Pemba hebben ons gezond gemaakt, het was de overspannen huizenmarkt. Ga maar na, exact gelijktijdig met de plotselinge stijging van de huizenprijzen is de daling van het ziekteverzuim ingezet. Het zijn vooral de werknemers die vanaf 1990 geboren zijn, die van deze ontwikkeling hebben geprofiteerd. Ik moest daar vanmorgen aan denken toen zoon nr. 2 met een van ellende vertrokken gezicht onze slaapkamer binnen slofte.
Nu moet u weten: onze kinderen zijn zelden tot nooit ziek. En dat terwijl ikzelf vroeger om de haverklap ziek was. Het was vroeger dan ook een feestje om ziek te zijn. Er werd een bedje gemaakt op de bank, stapeltje Donald Ducks ernaast, kopje thee met melk en suiker in de hand. De (toen vanzelfsprekend niet werkende) moeder, stond in de keuken neuriënd een fruithapje voor haar beschermengel te bereiden en als je dan eindelijk wat beter was, volgde er altijd een extra dagje op de bank om echt helemaal uit te zieken. Heerlijk. Niet verwonderlijk dus dat ik en vele generatiegenoten met mij, het zeker niet met ellende associëren om kantoor met een zielig stemmetje te bellen en vervolgens nog lekker even onder de wol te kruipen.
Helaas hebben de stijgende huizenprijzen en de ermee gepaard gaande hebzucht een einde gemaakt aan de heerlijke praktijk van af en toe een verzuimverlofje nemen. Zowel vader als moeder moet er aan geloven, iedere dag weer presteren om de maandelijkse aflossing te kunnen ophoesten. Ziek thuis blijven is geen optie, laat staan thuisblijven voor een ziek kind. Dank je de koekoek dat het ziekteverzuim dan nog niet nagenoeg verdwijnt. Die term tophypotheek is vast door werkgeversvereniging AWVN bedacht.
Toen vanmorgen zoon nr. 2 zijn ‘kvoemunniezolekkuhh’-voordracht hield, bedacht ik me dat er ook een positieve kant aan het verhaal zit. Onze kinderen hebben namelijk helemaal geen plezierig gevoel bij schooltjeziek. Bij hen staat ziek zijn gelijk aan de keuze in welk gat de paracetamol gestopt moet worden. In het begin hebben we nog wat coulance betracht door oma’s in te schakelen als de thermometer (geen keuze welk gat) boven de 41 graden uitsloeg, maar de meewerkende houding van grootouders is sinds de pensioenfondsen zijn begonnen met korten op de uitkeringen helaas volledig verdwenen. AOW’ers hebben geen tijd om op te passen; ze moeten zelf weer werken. Ook de houding van het kinderdagverblijf, waar je zonder pardon weer met kind naar huis werd gestuurd als deze een halve graad verhoging had, stimuleerde ziek zijn niet. Het logische gevolg was gewoon dat er bij vertrek van huis even hup, preventief een pil in ging. Afzetten maar, tot vanavond lieverd!
‘Wat is nu de positieve kant?’ vraagt u zich misschien af. Welnu, inmiddels is de eerste generatie werknemers aan de slag, die dankzij de tophypotheek van zijn of haar ouders een fitte, gezonde en nimmer verzuimende werknemer is. Een generatie die niet weet wat ziek zijn voor plezierigs in kan houden en zich niet laat tegenhouden door een graadje meer of minder. Nog enkele jaren doorselecteren en ziekteverzuim is iets uit het verleden. Verzuimpolissen, laat staan WIA-verzekeringen kunnen worden opgezegd en de arbodienst en de poortwachter kunnen naar het openluchtmuseum.
Ik kan er nu al trots op zijn dat mevrouw Vluggen en ik binnenkort zoon nr. 1 volledig geprepareerd af mogen zetten op de arbeidsmarkt. Alleen dat we er zo hard voor moet werken, daar zijn we wel eens ziek van.



