Minister Asscher mengt zich nadrukkelijk in het Pietendebat, de nationale discussie over te veel schoensmeer. Asscher doet dat natuurlijk omdat hij vindt dat Sinterklaas het verkeerde voorbeeld geeft. De minister wil voor iedereen eerlijk werk en een fatsoenlijk contract. De goedheiligman vindt dat blijkbaar moderne fratsen en houdt het bij de VOC-methode. Ieder jaar verschijnt deze bebaarde vertegenwoordiger van de belangrijkste Nederlandse traditie derhalve met een slavenboot aan de Hollandse kades. Asscher is het een doorn in het oog en wil logischerwijs van de schoensmeer af. Gek genoeg vindt hij vele boze mensen op zijn pad. Volwassenen zijn bang dat de schoensmeertraditie verloren gaat en dat daarmee een kinderfeest van hun wordt afgepakt. Wat mij betreft zou dat overigens een prima oplossing zijn. Ik moest daar afgelopen weekend aan denken toen ik een stukje van mijn duim afknipte.
Het is niet vreemd dat volwassenen een ietwat kort lontje hebben als het om Sinterklaas gaat. Van mijn grootmoeder begreep ik dat in een grijs verleden kinderen eenmaal een schoen inclusief wortel bij de haard mochten zetten en dat die wortel in de nacht op onverklaarbare wijze transformeerde in een chocoladeletter. Dat was alles en iedereen werd er blij van. Inmiddels is er te vaak en te veel Sinterklaas. Vanaf augustus jengelen kinderen tijdens het supermarktbezoek om pepernoten. Een paar weken voor 5 december komt de hele Sint-optocht al binnen en mag je bij min 10 graden drie uur lang staan met een kind op je schouders. Allemaal gezellig meezingen. Vervolgens verordonneert het Sinterklaasjournaal dat zo goed als iedere dag de schoen gezet mag worden en met een chocoladeletter wordt zeker geen genoegen meer genomen. Verder wordt op iedere sportclub de Sint binnengehaald. Daar zijn dan uiteraard ouders voor nodig om de handel te organiseren en te financieren. Als slagroom op de speculaastaart is er dan nog de Klaasviering op school.
Op de school van zoon nr. 2 gaan werkelijk alle remmen los. Er is een commissie in het leven geroepen, volledig bestaande uit zeer enthousiaste moeders, die ervoor zorgt dat je als ouder maximaal betrokken wordt bij het Sinterklaasfeest. Niet alleen moet ieder lokaal in de avonduren worden versierd, ook het gehele schoolplein ondergaat een 5 decembermetamorfose. Er wordt een vader geselecteerd om zich als Nicolaas uit te dossen en een tiental vaders om verkleed als Hottentot de knecht te spelen. Natuurlijk worden er lootjes getrokken. Verwacht wordt, dat er een origineel cadeau wordt gekocht en dat deze in een prachtige surprise vergezeld van persoonlijk gedichtje wordt afgeleverd in het klaslokaal.
Zoals ieder jaar heeft mevrouw Vluggen zoon nr. 2 verteld dat zij niet creatief is, ik wel en ik hoorde daarbij ook nog dat ik het blijkbaar leuk vind om hem te helpen bij het fabriceren van zowel zijn surprise als gedicht. Dit jaar heeft hij Naomi’s lootje getrokken. Het beste kind is gek van prinsessen, dus zoon nr. 2 had bedacht dat we als surprise een prinses gingen maken. Nou zei hij ‘we’, maar zaterdagmiddag zat ik met crêpepapier te hannesen en op de achtergrond hoorde ik zoon nr 2 van achter de iPad lachen om Enzo Knol. Dat lachen was mij inmiddels ruimschoots vergaan. Met m’n vingers vol lijm probeerde ik nog iets van het prinsesje te maken maar door de uitgelopen stift had ze een wat venijnige grimas. Het werd er niet beter op toen ik vervolgens een strik voor het jurkje uit het crêpepapier probeerde te knippen en een stuk duim meenam. Het gemeen ogende prinsesje bezat nu een prinsessenjurkje met bloedspetters. Zoon nr. 2 vond dat ‘we’ beter opnieuw konden beginnen.
U begrijpt van mij mag het wel een stukje minder. Aan de andere kant is het wel een plezierige gedachte om te weten dat ik er over een jaar of twee geheel vanaf ben. Zodra onze kinders kinders krijgen zijn zij met Sinterklaas aan de beurt en dat is ze eigenlijk wel gegund. Goed, laten we het dus maar houden zoals het is. Behalve die Pieten dan natuurlijk.



