Terug naar overzicht
24 september 2018

En-kwestie: Belemmerde ontwikkelingsmogelijkheden

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Afgelopen week las ik in de brief met de Kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting van de Wajong dat  Wajongers gestimuleerd worden zich te blijven ontwikkelen. “Onderwijs biedt mogelijkheden voor ontplooiing en een gelegenheid om nieuwe kennis en vaardigheden op te doen”, aldus staatssecretaris Van Ark. Zij wil belemmeringen om ontwikkelingsmogelijkheden te benutten wegnemen. Nu denk ik dat zij naast de Wajong ook wat werk mag verzetten bij groep acht van het primaire onderwijs. Ik heb daar in mijn relatief nog korte bestaan namelijk al drie keer ernstige belemmeringen op ontwikkelingsmogelijkheden waargenomen. Dat alles tijdens de musicals van groep acht.

Zodra het einde van de basisschoolcarrière nadert, stijgt de spanning bij de leerlingen van groep acht, hun juffen en niet te vergeten hun vaders. Dat komt omdat de musical er aan zit te komen. Kinderen zijn benieuwd wie de hoofdrol krijgt en wie er drie uur lang als boom op het podium mag staan. De juffen zijn benieuwd welke vaders het decor gaan bouwen. Nu is dat decorbouwen het minste van de vaderellende, daar kan je als man immers invloed op uit oefenen. De echte ellende dat is de uitvoering van de musical zelf. Nu ligt dat niet aan de kindertjes. Hoe talentloos ook, ze doen hun uiterste best. Het probleem wordt volledig veroorzaakt door het juffengilde.

Het begint al met de planning van de musical, die overduidelijk nooit door een man verzonnen kan zijn. Zonder uitzondering wordt het muziekfestijn aan het einde van de maand juni gehouden en dus gelijktijdig met het EK, dan wel WK voetbal. De plaats delict is wel logisch: de gymzaal. Nu denk je als kind dat de gymzaal wel de grootste hal moet zijn die er in de hele wereld bestaat. Als je de gymzaal als ouder betreedt, dan lijkt het echter alsof nog geen kwart van de hal over is. Ouders, grootouders en juffen passen er nauwelijks in. Als de laatste kletsmoeders ook eindelijk naar binnen zijn gestuurd gaat de deur van de gymzaal dicht en zitten de families als ratten in de val. Een val waarin al snel tropische temperaturen worden bereikt dankzij het platte dak, een tekort aan ramen en een overschot aan enthousiaste groep 8 leerlingen. Een echte comfortabele zit is het ook niet; gelukvogels hebben een houten krukje, de minder gefortuneerden zitten op een veel te lage gymzaalbank.

Dan volgt de microfoonscène. De directeur van de school loopt het musicalpodium op om de aanwezigen van harte welkom te heten. Hoewel er geen enkele noodzaak voor is -gezien de eerder aangehaalde geringe afmetingen van de feestzaal- wil de hoofdjuf koste wat kost een microfoon gebruiken. Die doet het alleen niet. Hulpeloos kijkt zij naar de juf van groep acht die de knoppen van de geluidinstallatie bedient, maar niet de indruk maakt dat zij dat eerder heeft gedaan. Er wordt in de microfoon geblazen en er wordt enkele malen op geklopt zonder enig resultaat. Meestal zit er dan vooraan een behulpzame baard, die de installatie of de microfoon aanzet waarna er een snoeiharde hoge piep te horen valt. De juffrouw van groep acht, die in een eerder stadium het volume volledig heeft opengedraaid teneinde het euvel te verhelpen, stelt haastig orde op zaken. De hoofdjuf raapt de microfoon weer op.

Na de luide woorden van welkom start iets later dan gepland de musical. Kinderen rennen vanuit de kleedkamer het podium op en beginnen met zingen. Helaas heeft hun juf de muziekband iets te vroeg aangezet zodat zang en muziek niet helemaal synchroon lopen. Na het geschreeuwde lied verdwijnt het gros van de sterren weer de kleedkamer in en enkele hoofdpersonages spreken op monotone wijze een tekstje uit. Die is overigens niet te verstaan omdat hun collega’s in de kleedkamer teveel lawaai maken. De hoofdjuf snelt naar de luidruchtige janboel en ssst tot ze door haar adem heen is.

Na een dik uurtje loopt de musical op zijn einde. Dat einde duurt meestal langer dan gehoopt omdat de juf van groep acht merkwaardigerwijs het idee heeft dat het leuk is als het laatste lied nog een of twee keer extra gezongen wordt. De ouders worden dan geacht op te staan, te klappen in de maat en het refreintje uit volle borst mee te zingen. Dat opstaan alleen al is een opgave van olympische proporties, aangezien het urenlang zitten op een houten bankje met je knieën op zo goed als ooghoogte, zijn uitwerkingen op de onderrug niet gemist heeft. Je bent dan ook blij als je uiteindelijk de verticale positie tot stand hebt gebracht. Die blijdschap is echter van korte duur.

Na de applaussessie wordt eenieder geacht zijn oncomfortabele zetel weer te bezetten. De juf bedankt de kinderen, haar collega’s, de decorvaders, en de ouderraad. Vervolgens komt de directrice weer op het podium om de juf van groep acht te bedanken en vervolgens komt een afgevaardigde van de ouderraad op het podium om alle juffen te bedanken. Afsluitend betreedt de juf van groep acht weer het podium om alle ouders te bedanken en uit te nodigen voor een afsluitende borrel. Nu dekt die term de lading niet, want de meest exotische soorten thee blijken voorradig, maar een eenvoudige borrel is nergens te vinden.

Al met al een hoop belemmeringen. Hopelijk ziet de Staatssecretaris nog ontwikkelingsmogelijkheden.