Terug naar overzicht
03 juni 2014

En-kwestie: Arbocatalogus verzekeringswezen

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Preventie van verzuim. Iedereen wordt er beter van, vooral Arbodiensten. Om verzuim te voorkomen zijn een paar jaar geleden arbo-catalogi geïntroduceerd. In zo’n catalogus geeft een sector aan hoe zij veilig werk en daarmee preventie van ellende gestalte kunnen geven. In het verzekeringswezen is het doorgaans veilig werken. Een beetje stress en een beetje RSI, dan zijn we er wel.

Toch ben ik gestuit op een enorm sluimerend risico op psychische klachten: onderwaardering door naasten. Binnen onze sector blijkt er geen enkele aandacht te zijn voor de psychische problematiek waarmee verzekeringsmensen worden geconfronteerd op het thuisfront, enkel en alleen doordat zij in een risicoloze carrière in het risicobeheer zijn gerold. Ik geef een voorbeeld.

De familie Vluggen gaat verhuizen. De verbouwing die in de nieuwe woning plaatsvindt, zorgt voor een oneindige stroom aan stukadoors, elektriciens, loodgieters en timmermannen. Niks geen bierbuiken, snorren en bouwvakkersdecolletés; allemaal hele handige gespierde eikels met van die hemdjes aan. Mevrouw Vluggen kijkt goedkeurend toe.

Nu ben ik (net als iedere man) van mening dat ikzelf ook zeer handig ben en mijn steentje aan de klusselarij best kan bijdragen. Thuis worden echter geen klusinspanningen verwacht, sterker nog; het wordt met klem ontraden. ‘Lieverd laat die hamer maar liggen en declareer de nota’s van de tandarts maar even.’ ‘Jij bent toch van de verzekeringen?’

Afgelopen weekend was ik het zat. Bewondering zou mijn deel worden. Gewapend met verroeste gereedschapskist, toog ik richting schuur om de sauna los te koppelen van de krachtstroom en vervolgens te demonteren voor de nakende verhuizing. Stoppenkast openen, stroom eraf, draadjes los, stroom erop, stoppenkast dicht. Hop.

Opgelucht er zonder noemenswaardige schok vanaf te zijn gekomen, spoedde ik me trots richting woonkamer om mijn eerste successen te delen met mijn geliefden. De radio bleek daar een onheilspellend geluid te maken en volgens donderwolk-dochterlief had ze geen wi-fi meer. Mevrouw Vluggen krijste vanonder de douche dat, ik citeer; ‘we met onze pokkepoten van het warme water af moesten blijven’ en zoon nummer drie verklaarde zijn leven voor voorbij omdat de tv het niet meer deed. Toen zoon nummer een vervolgens vanaf zolder gilde dat het bij de verwarmingsketel naar brand stonk, besefte ik dat er een probleem was.

Nu, twee dagen en tweeduizend euro verder, is de vredige situatie van drie dagen eerder hersteld. Een oneindige stroom aan elektriciens, loodgieters en draadloze internetmannen heeft daarvoor gezorgd terwijl mevrouw Vluggen goedkeurend toekeek. Mijzelf, een psychisch wrak inmiddels, resten slechts honende blikken.

Sector verzekeringswezen, laat ons niet langer in de kou staan en kom met de broodnodige paragraaf ‘waardering door naasten’ in onze arbocatalogus!