Terug naar overzicht
14 maart 2016

En-kwestie: Alles voor de werkgever

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Wij van Enkwest weten aardig wat af van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Dankzij onze ervaring op dat terrein kunnen we vaststellen dat de verzuimaanpak in Nederland niet helemaal deugt. Twee dingen gaan er voornamelijk verkeerd: allereerst is er te veel aandacht voor arbeidsomstandigheden en daarnaast is er werkelijk veels te veel aandacht voor werknemers.

Onderzoek na onderzoek wijst uit dat werknemers niet ziek worden van werk, maar van thuis. Slechts een luttel kwart van al het verzuim heeft iets te maken met werk. Met al dat ge-RIE kunnen we dus beter ophouden. De arbocatalogus kan de kast in en de preventiemedewerker gewoon weer aan zijn eigen werk. Door al het ge-arbo is er op de hele wereld inmiddels geen veiligere plek meer te vinden dan in een Nederlands kantoorpand.

Gelukkig zien we steeds vaker dat werkgevers wel oog hebben voor de echte verzuimoorzaken. Zo krijgen werknemers met een trage stofwisseling een bedrijfsfiets, werknemers met te veel kinderen mogen niet meer thuiswerken en sollicitanten die zo slim zijn geweest om enthousiast te vertellen over de voetbalhobby worden niet meer aangenomen. Dat gaat dus de goede kant op, maar niet de juiste richting. Zieke werknemers zijn namelijk geen probleem.

Zieke werknemers zijn prima. Verzuim houdt een hele preventie-re-integratie-en-registratie-industrie gaande. Goed voor de economie dus; al die collega’s die gaan skiën, voetballen of snackbarren. Ook voor bedrijven zelf is ziekteverzuim geen ramp. Slechts zelden gaat een bedrijf failliet door een verkouden collega. Het echte probleem is natuurlijk een zieke werkgever. Als er geen werk gegeven wordt, valt er niks meer te werknemen en gaat de handel over de kop. Stop dus geen energie meer in de preventie van werknemersverzuim, het is de werkgever die beschermd moet worden. Hoe? Nou, misschien heeft u iets aan onze ervaringen.

Enkele jaren geleden zag het er voor Enkwest niet rooskleurig uit. Onze werkgever, verder een zeer aardige kerel overigens, had dankzij zijn levensstijl een verhoogde kans op arbeidsongeschiktheid. Zo stond hij regelmatig in de achtertuin hout te klieven, zag je hem zelden lopen zonder taart in zijn hand, deed hij verbouwingen het liefst zelf en sprong hij zodra het zonnetje een minuut doorbrak op van zijn bureaustoel om zo snel mogelijk op het zadel van z’n racefiets te gaan zitten. Sinds ondergetekende is aangesteld als preventiemedewerker is het risico gelukkig stapje bij beetje ingedamd.

Zo zorgen we ervoor dat onze werkgever zo veel mogelijk in ons veilige kantoorpand te vinden is. Collega Johan hebben we bereid gevonden om regelmatig het haardhout van onze werkgever te kloven en de verbouwing van ons kantoorpand af te ronden. We laten daarnaast, in plaats van taart, regelmatig vers fruit voor ons baasje aanrukken. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie en evaluatie in het nieuwe huis van ons opperhoofd hebben we de stroeve vloerbedekking vervangen, anti-slipmatten op de trap aangebracht en de levensgevaarlijke koksmessen zijn achter slot en grendel opgeborgen. Onze collega Christa smeert ’s-ochtends gezonde volkoren boterhammen voor onze onvolprezen roerganger en de schat neemt ook nog een thermoskannetje koffie zonder cafeïne voor hem mee. En ja, ook uw kwestieschrijver draagt zijn steentje bij. Nu zelfs, want ik houd op met schrijven omdat de plicht roept. Er breekt namelijk een zonnetje door dus ik spring op van mijn bureaustoel en ga snel op het zadel van de racefiets van mijn werkgever zitten. Tja, iemand moet het doen, fijne en veilige dag!