Terug naar overzicht
23 september 2019

Einde discussie slapende dienstverbanden nabij

Eind april kon u in onze Digi-kwest lezen over het verzoek van een aantal advocaten om het maatschappelijke probleem van ‘slapende dienstverbanden’ aan te pakken. De Hoge Raad is daarbij ingeschakeld voor de vraag of een werkgever een redelijk voorstel van een werknemer tot beëindiging van een slapend dienstverband moet accepteren op grond van het goed werkgeverschap. De Advocaat Generaal heeft de Hoge Raad inmiddels geadviseerd over de beantwoording.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Het probleem van slapende dienstverbanden ontstaat doordat werkgevers arbeidsovereenkomsten van langdurig zieke werknemers niet beëindigen, omdat zij dan een transitievergoeding verschuldigd zijn. Deze werknemers hebben de maximale termijn van loon bij ziekte doorlopen, werken niet meer en hebben dus ook geen recht op loon. Zij willen graag dat hun dienstverband wordt beeindigd, maar als het initiatief daarbij niet van de werkgever uitgaat, is er geen recht op een transitievergoeding. Om werkgevers tegemoet te komen is er door de overheid  een compensatieregeling geïntroduceerd. Deze regeling moet ervoor zorgen dat de kosten van zieke werknemers voor werkgevers niet cumuleren. Loondoorbetaling bij ziekte en vervolgens een transitievergoeding is teveel van het goede. Mede omdat deze regeling pas medio volgend jaar uitgevoerd kan worden neemt het aantal slapende dienstverbanden nog steeds niet af.

De Hoge Raad heeft vorige week een advies van de Advocaat Generaal ontvangen. De conclusie in dit advies is kort gezegd dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap moet instemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding. Er zijn situaties waarin een werkgever een belang heeft om de arbeidsovereenkomst in stand te houden. In het advies worden de volgende voorbeelden gegeven:

  • het bestaan van reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer, waardoor de werkgever een belang heeft bij het in dienst houden van de werknemer;
  • voor de periode tot aan de inwerkingtreding van de Wet compensatie transitievergoeding: financiële problemen van de werkgever door het moeten voorfinancieren van de transitievergoeding;
  • het niet (geheel of gedeeltelijk) gecompenseerd zullen krijgen van de transitievergoeding. Hierbij zou een onderscheid kunnen worden gemaakt tussen omstandigheden (die debet zijn aan het niet of niet volledig gecompenseerd krijgen van de transitievergoeding) die in de risicosfeer van de werkgever liggen, en omstandigheden die in de risicosfeer van de werknemer liggen;
  • mogelijke andere belangen van de werkgever bij het in dienst houden van de werknemer, anders dan de enkele wens om de transitievergoeding niet te hoeven betalen.

Er lijkt met dit advies een goede oplossing te komen voor de problematiek van slapende dienstverbanden. Omdat de werkgever niet hoeft in te stemmen met beeindiging van een dienstverband als hij een belang heeft bij in stand houden ervan, zal het nog geen volledig einde aan de discussie betekenen. We blijven het volgen en berichten u weer zodra de Hoge Raad met zijn conclusie naar buiten komt.