Terug naar overzicht
07 december 2020

Doorwerken na de AOW-leeftijd

Voor werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt geldt een verlicht arbeidsrechtelijk regime. Bij ziekte zijn er minder re-integratieverplichtingen en de maximale periode van loondoorbetaling bij ziekte is korter dan bij jongere werknemers. Die periode gaat per 1 april aanstaande nog korter worden.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

In de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is geregeld dat de periode van loondoorbetaling bij ziekte maximaal zes weken bedraagt. Bij wijze van overgangsmaatregel is bij amendement aan de wet toegevoegd dat, onder meer, de periode van loondoorbetaling bij ziekte voor AOW-gerechtigden voorlopig dertien weken zou bedragen in plaats van zes weken zoals in de wet was voorgesteld. Pas als bij een evaluatie van de wet zou blijken dat de kortere periode van loondoorbetaling niet leidt tot verdringing van niet-AOW’ers op de arbeidsmarkt, zou de periode verder naar zes weken worden verkort. Die evaluatie is afgerond met als gevolg dat de loondoorbetalingsperiode van zieke AOW’ers per 1 april 2021 wijzigt naar maximaal zes weken.

Het is een wijziging die al verwacht werd en er zal waarschijnlijk weinig ophef over komen. Toch kunnen over de uitkomsten van de evaluatie wel wat vragen gesteld worden. Het doel van de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is om het doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd te vergemakkelijken. Als gevolg van de wet zou je daarom verwachten dat de arbeidsparticipatie zou toenemen. Dat is echter niet het geval. Overigens is het aandeel van de AOW’ers dat werkt in loondienst ook vrij beperkt. Rond een derde van hen werkt in loondienst, 60 procent werkt als zzp’er en bijna 10 procent als zelfstandige met personeel.

Uit de evaluatie blijkt dat de (gewijzigde) regelgeving een marginale rol speelt bij de keuze om een AOW’er in dienst te nemen. De voornaamste reden om AOW’ers in loondienst te nemen is dat de werkgever ze al goed kent. Werkgevers hebben namelijk meestal AOW-gerechtigden in dienst die voordat zij de AOW-leeftijd bereikten ook al voor hun werkten. Een deel van de werkgevers vindt pensioengerechtigden aantrekkelijk omdat ze flexibeler zijn dan werkenden onder de AOW-leeftijd en bereid zijn als oproepkracht te werken. Het risico bij ziekte is voor 10 procent van de werkgevers een reden om niet met AOW’ers te werken. Bijna de helft van de werkgevers die geen gebruik maken van pensioengerechtigden doet dit omdat er geen aanbod is van AOW’ers.

In de praktijk is van verdringing niets gebleken. Dit kan natuurlijk liggen aan de hoogconjunctuur ten tijde van de evaluatie. Uit een onderzoek met hypothetische situaties blijkt echter wel dat de gewijzigde regelgeving zorgt voor verdringing. De AOW’er krijgt dan de voorkeur met name boven sollicitanten met een leeftijd van begin twintig jaar. U kunt het volledige evaluatierapport hier doornemen.

Minister Koolmees heeft het Wetsvoorstel dat de periode van loondoorbetaling bij ziekte moet verkorten naar zes weken aangeboden aan de Tweede Kamer. Op 10 december zullen de partijen die daar behoefte aan hebben hun vragen en opmerkingen plaatsen. Mochten die vragen of de antwoorden van de minister tot verandering van de plannen leiden dan zullen wij dit uiteraard melden.