Terug naar overzicht
15 november 2021

De tegemoetkoming beroepsziekten

Er moet een algemene tegemoetkoming komen voor werknemers die schade hebben geleden door een beroepsziekte. Een commissie onder leiding van oud CNV- en FNV-bestuurder Ton Heerts heeft de overheid over een dergelijke regeling geadviseerd. Het advies is nu uitgewerkt tot een wetsvoorstel dat voorligt ter consultatie. Wanneer heeft iemand recht op compensatie, hoeveel wordt er betaald en wat is de invloed van collectieve inkomensverzekeringen?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Jaarlijks worden naar schatting circa 25.000 mensen ziek door hun werk. Gemiddeld genomen gaat het hierbij in 10% van de gevallen om een stoffengerelateerde beroepsziekte. Het verhalen van schade als gevolg van een beroepsziekte is een complex maatschappelijk probleem. Bewijzen ziek te zijn geworden door het werk is vaak lastig. Dit heeft tot gevolg dat de afwikkeling van beroepsschadeclaims moeizaam verloopt, hoge kosten met zich meebrengt en de juridische procedures vaak lang duren. Het verhalen van schade bij beroepsziekten die zijn veroorzaakt door blootstelling aan gevaarlijke stoffen is vaak lastig, onder meer door het veelal multicausale karakter van stoffengerelateerde beroepsziekten, het moeten achterhalen van relevante feiten uit het verleden, doordat de gezondheidsschade vaak pas op latere leeftijd tot uiting komt, en door de soms moeilijk objectiveerbare klachten die met deze ziekten gepaard gaan.[1] De Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten moet uitkomst bieden. De reguliere weg tot het verkrijgen van een schadevergoeding via de voormalige werkgever dan wel opdrachtgever blijft daarnaast open staan.

De doelgroep voor de tegemoetkoming bestaat uit (voormalig) werkenden, waaronder zzp’ers, die ernstig ziek zijn geworden als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen tijdens de (tijdelijke) arbeid in Nederland. Daarnaast kan een tegemoetkoming worden betaald aan de nabestaanden als de aanvrager na indiening van zijn tegemoetkomingsverzoek is overleden. De tegemoetkoming is niet gerelateerd aan de daadwerkelijke schade, maar bestaat uit een vast bedrag gelijk aan andere tegemoetkomingsregelingen zoals die voor asbestslachtoffers (21.847 euro in 2021).

De aanvraag wordt ingediend door een werkende die lijdt aan een aandoening die voorkomt op de op dat moment bij deze regeling behorende Lijst beroepsziekten. Een deskundigenpanel van het landelijk expertisecentrum voor beroepsziekten zal vervolgens vaststellen of er sprake is van een ernstige aandoening die vermeld is op de bij de regeling behorende Lijst beroepsziekten. Daarnaast moet worden beoordeeld of het aannemelijk is dat de aandoening of aandoeningen in overwegende mate het gevolg is of zijn van blootstelling aan één of meer gevaarlijke stoffen.

Van belang voor de aanvrager is dat op de tegemoetkoming een andere financiële vergoeding in mindering gebracht wordt. Of die vergoeding is gedaan in de vorm van een schadevergoeding een tegemoetkoming of anderszins is daarbij niet van belang. Het moet gaan om een betaling van de werkgever dan wel opdrachtgever die is gedaan in verband met dezelfde aandoening als waarvoor de aanvraag voor de tegemoetkoming is ingediend. Het recht vervalt wanneer het bedrag van de ontvangen betaling(en) gelijk of hoger is dan het bedrag van de tegemoetkoming. Bij een lagere vergoeding wordt het bedrag in mindering gebracht op het bedrag van de tegemoetkoming.      

Als het voornamelijk gaat om medische schade die is geleden dan is de vraag hoe de regeling uitwerkt bij getroffen werknemers die een uitkering krijgen vanuit een inkomensverzekering. Als de werknemer arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van de beroepsziekte, dan is het aannemelijk dat er recht op een WIA-uitkering is ontstaan. Mocht er door de werkgever een collectieve WIA-aanvullingsverzekering zijn afgesloten (en gefinancierd), dan is de vraag of de uitkering kwalificeert als een financiële vergoeding in de zin van deze regeling. De (vaak langdurige) uitkering zou in dat geval op het schadebedrag in mindering worden gebracht.

 

[1] Bron: Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving