Een ondernemingsraad mag  met de directie van een bedrijf meepraten over een aantal bedrijfseconomische beslissingen. De instrumenten die de raad tot zijn beschikking heeft zijn instemmingsrecht en adviesrecht. Bij eigenrisicodragen is er meestal alleen sprake van adviesrecht.

Een ondernemingsraad mag  met de directie van een bedrijf meepraten over een aantal bedrijfseconomische beslissingen. De instrumenten die de raad tot zijn beschikking heeft zijn instemmingsrecht en adviesrecht. Bij eigenrisicodragen is er meestal alleen sprake van adviesrecht.

Voordat een ondernemer een besluit neemt over eigenrisicodragerschap zal hij de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging in de gelegenheid moeten stellen om er een advies over uit te brengen. Een voorgenomen besluit zal een ondernemer schriftelijk aan de OR moeten voorleggen. Op welk moment dat precies moet gebeuren geeft de Wet op de ondernemingsraden (WOR) niet aan. De werkgever zal samen met de OR het gewenste tijdstip van de adviesaanvraag moeten bepalen, rekening houdend met de tijd die de OR denkt nodig te hebben. Daarbij is het van belang om rekening te houden met tijd die bijvoorbeeld nodig is om de materie te begrijpen en tijd die nodig is om externe deskundigen te raadplegen.

Het adviesrecht over eigenrisicodragen is vastgelegd in artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR):

De ondernemingsraad wordt door de ondernemer in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling van een regeling met betrekking tot het zelf dragen van het risico, bedoeld in artikel 40, aanhef en eerste lid, onderdeel a, artikel 40, aanhef en eerste lid, onderdeel b of artikel 40, aanhef en eerste lid, onderdeel c van de Wet financiering sociale verzekeringen.

In artikel 40 van de Wet financiering sociale verzekeringen  waar naar verwezen wordt, staat de mogelijkheid van eigenrisicodragen voor de WGA en ook de Ziektewet beschreven. Uit de Wettekst blijkt dat het om advies gaat bij elk voorgenomen besluit met betrekking tot het zelf dragen van het risico. Dat betekent dus dat de OR niet alleen bij de aanvraag, maar ook bij beëindiging van eigenrisicodragerschap om advies gevraagd moet worden. De adviesaanvraag is niet vrijblijvend; de ondernemer is verplicht de OR in de gelegenheid te stellen aan hem advies uit te brengen. Laat hij dit na, dan kan de OR uiteindelijk de kantonrechter verzoeken om te bepalen dat deze verplichting alsnog wordt nageleefd. Ook kan de OR tegen het besluit van de ondernemer in beroep gaan bij de Ondernemingskamer.

Er kan ook instemmingsrecht aan de orde zijn (art. 27 WOR). Dit is het geval als er naast de wijziging rond eigenrisicodragen ook  een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid wijzigt. Als een werkgever bijvoorbeeld eigenrisicodrager wordt voor de Ziektewet en daarbij het verzuimprotocol van de onderneming wil wijzigen, zal de OR moeten instemmen. Is alleen de kwestie eigenrisicodragen of niet aan de orde, dan blijft het dus bij adviesrecht voor de ondernemingsraad