Werkgevers met een verwacht omzetverlies van 20 procent komen in aanmerking voor een tegemoetkoming van de overheid vanuit de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW-regeling). Het omzetverlies wordt berekend ten opzichte van 2019. Een werkgever beoordeelt wat zijn omzet is geweest in de periode maart-april-mei 2020 en vergelijkt deze met de omzet in 2019 gedeeld door vier.

Als de werkgever boven de drempel van 20 procent komt dan bedraagt de subsidie:

• het omzetdalingspercentage * maandloonsom * 3 maanden * 1,3 (werkgeverslasten) * 90%

Bij sommige ondernemingen kan de omzetdaling vanwege de crisis later inzetten. Daarom kunnen werkgevers ook een periode aangeven voor de omzetvergelijking die één of twee maanden later start.

Loonsom

Vanaf 6 april tot 31 mei 2020 kan de werkgever naar verwachting bij het UWV terecht voor een aanvraag van vergoeding van de loonkosten. Dit wordt op 3 april definitief bekend gemaakt. Bij die loonkosten gaat het om het socialeverzekeringsloon. Hier komt vervolgens een opslag van 30 procent bovenop voor werkgeverslasten zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Maximaal wordt voor de compensatie uitgegaan van een loon per werknemer van 9.538 euro per maand, ofwel tweemaal het maximumloon voor de sociale verzekeringen.

De tegemoetkoming geldt voor alle werknemers, zowel vast als flex en dus ook voor oproep- en uitzendkrachten. Als een werkgever eigenrisicodrager is dan tellen ook de Ziektewetuitkeringen die hij betaalt aan zijn (ex-)werknemers mee. Voor Ziektewetuitkeringen die door UWV als subsidie worden verstrekt, zoals uitkeringen vanuit de no-riskpolis, geldt dat deze bij de definitieve vaststelling van tegemoetkoming in mindering worden gebracht.

Bij de vaststelling van het verzekeringsloon worden wijzigingen na afgelopen 15 maart niet meer meegenomen. Dit zodat er geen opmerkelijke salarisverhogingen worden toegekend bij werkgevers die in aanmerking komen voor de regeling. De loonsom in de subsidieperiode wordt vergeleken met de loonsom van januari, of mocht deze ontbreken; die van november 2019. De aanvraag wordt gedaan per Loonheffingennummer.

Aanvullende voorwaarden

De werkgever mag geen ontslag op bedrijfseconomische gronden aanvragen tijdens de tegemoetkomingsperiode en moet zijn werknemers zoveel als mogelijk het volledige loon doorbetalen. Een daling van de loonsom zal dan ook gevolgen hebben voor de hoogte van de uiteindelijke subsidie waar de werkgever aanspraak op kan maken. Indien ontslag wordt aangevraagd, wordt bij de vaststelling van de subsidie een correctie doorgevoerd. Bij de vaststelling van de subsidie wordt het loon van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd verhoogd met 50% en in mindering gebracht op de loonsom waarop de subsidie wordt gebaseerd. Daarnaast zal een werkgever bij een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomisch redenen aannemelijk moeten maken dat ontslag niet kan worden voorkomen door een beroep op de NOW-regeling en waarom niet.

Uitbetaling

Het UWV verstrekt na goedkeuring van de aanvraag een voorschot in drie termijnen van 80 procent van de tegemoetkoming. Het voorschot wordt naar verwachting binnen twee tot vier weken voor het eerst uitgekeerd. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor drie maanden en kan eventueel met drie maanden worden verlengd. Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de tegemoetkoming is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 52 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht. Indien tijdens of bij het vaststellen van de subsidie sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, dan heeft UWV de mogelijkheid om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie.