Terug naar overzicht
30 september 2024

De CAO-markt

Minister Van Hijum (SZW) stuurde eind september het rapport 'Het al dan niet betrokken zijn van de vakbonden bij de totstandkoming van een cao' naar de Tweede Kamer. Leuk, maar wat staat er in dat rapport en waarom is het überhaupt gemaakt?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Om met de laatste vraag te beginnen; dat komt door de Socialistische Partij. In 2020 vraagt de SP aandacht voor het gevaar van kleine vakbonden met weinig leden, die cao’s afsluiten voor veel werknemers. In Nederland is er contractsvrijheid en vrijheid van vereniging. Dat betekent dat het relatief eenvoudig is om een vakbond op te richten en in de statuten van jouw vereniging te melden dat het doel is om cao’s af te sluiten. Het is voor een werkgever(svereniging) voldoende om met één vakbond een cao overeen te komen. Het gevaar is volgens de SP dat werkgevers de grote vakcentrales als FNV en CNV kunnen passeren door met kleine vakbondjes cao’s af te sluiten met voor hen gunstige voorwaarden. Dan is het uiteraard nog de vraag waarom die kleine vakbonden dat zouden willen. Daar komt het zogeheten vakbondstientje om de hoek kijken.

Vakbonden vonden zo’n tachtig jaar gelden dat hun leden recht hadden op betere arbeidsvoorwaarden dan werknemers die geen lid waren. Deze niet-leden profiteerden immers gratis en voor niks van de (betere) arbeidsvoorwaarden die de vakbonden met hun werkgevers afsloot. Die werkgevers profiteerden eveneens doordat ze met geen enkele werknemer lid of niet, apart om de tafel moesten om over arbeidsvoorwaarden te onderhandelen. Werkgevers (binnen de AWVN) zagen het niet zitten om te differentiëren in arbeidsvoorwaarden en stelden voor om voor iedere werknemer die onder een afgesloten cao viel een tientje te betalen. Inmiddels is die tien gulden geïndexeerd naar ruim 23 euro per werknemer. Als de vakcentrales FNV en CNV samen een cao afsluiten dan kunnen ze dus 23 euro vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder de cao valt met elkaar verdelen. Als een klein vakbondje in zijn eentje zo’n cao sluit dan is de hele pot voor de vakbond. Zo kan dus een perverse prikkel ontstaan; voor werkgevers om met een laag bod te komen en voor de vakbond om daar zo snel mogelijk mee akkoord te gaan.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van cao’s over een langere periode om een beter overzicht te kunnen geven van de betrokkenheid van vakbonden bij de totstandkoming van cao’s. Het ministerie verdeelt de vakbonden onder in drie categorieën. Allereerst de drie vakcentrales FNV, CNV en VCP die samen 1,3 van de 1,5 miljoen vakbondsleden vertegenwoordigen. Daarnaast zijn er algemene vakbonden die zich uiteraard op algemene belangenbehartiging richten, sectorale bonden voor het behartigen van de belangen in specifieke sectoren en de bonden die werknemers in een specifieke onderneming vertegenwoordigen.

Het is gezien de zorgen van de SP vooral interessant om te bekijken of er veel cao’s zijn afgesloten waar slechts één bond uit de sectorale of algemene categorie bij betrokken is. De algemene bonden zijn in ruim 8% van de 1.316 onderzochte bedrijfstakken en ondernemingen, altijd (72) dan wel incidenteel (36) betrokken bij de ondertekening van de in totaal 399 cao’s. In 47 van de 72 bedrijfstakken en ondernemingen zijn de algemene bonden de enige ondertekenaars van alle afgesloten cao’s. De sectorale bonden zijn in bijna 7% van de 1.316 onderzochte bedrijfstakken en ondernemingen, altijd (64) dan wel incidenteel (23) betrokken bij de ondertekening van de in totaal 420 cao’s. In 13 van de 64 bedrijfstakken en ondernemingen zijn de sectorale bonden de enige ondertekenaars van alle afgesloten cao’s. Vervolgens zijn wij benieuwd of de werknemers die onder een van die 60 cao’s vallen, een beetje tevreden zijn over de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden. Daar is dan helaas geen onderzoek naar gedaan. Dat gaat gelukkig wel gebeuren. Tenminste; de minister is een brede verkenning gestart naar mogelijke knelpunten in het cao-stelsel en het stelsel van algemeen verbindend verklaren van cao’s. We gaan ervanuit dat (de verschillen in) tevredenheid van werknemers bij door diverse bonden afgesloten cao’s daar een plekje in krijgt. Wanneer de resultaten van de verkenning worden opgeleverd is nog niet bekend. De eerste gesprekken zijn deze zomer in ieder geval afgerond.

Benieuwd wat er in de cao's wordt vermeld over inkomensverzekeringen? Poliskraker weet het! Meer informatie