Werkgevers zijn financieel verantwoordelijk voor Ziektewet- en WGA-instroom van werknemers die de eerste ziektedag hebben gehad tijdens een dienstverband met deze werkgever. Er zijn een aantal uitzonderingen. Instroom van werknemers die ziek zijn als gevolg van zwangerschap, bevalling of orgaandonatie vallen niet onder het werkgeversrisico. Daarnaast is er natuurlijk de no-riskpolis van de Ziektewet die zorgt dat er geen uitkeringslasten op de werkgever worden verhaald. Toch blijkt er bij die no-riskpolis nu een groter risico op het bord van de werkgever te belanden.
Correctie onterechte WGA- en ZW-doorbelasting

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Werknemers die een arbeidsongeschiktheidsuitkering en/of onder de doelgroep van de Banenafspraak vallen, behoren tot de doelgroep van de no-riskpolis van de Ziektewet. Voor deze werknemers geldt dat de overheid wil stimuleren om hen aan een baan te helpen. Voor de werkgevers kan een drempel tot aanname de grotere kans op uitval zijn van een werknemer met een arbeidsbeperking. Met de no-riskpolis wil de overheid de werkgever hierin tegemoetkomen. Het UWV neemt bij de no-riskpolis niet de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever over. De werknemer die onder de no-riskpolis valt, heeft recht op een Ziektewetuitkering zodra hij arbeidsongeschikt is; vanaf de eerste ziektedag dus. Dit geldt ook als er voor de loondoorbetaling van de werkgever een of twee wachtdagen aan de orde zijn. De uitkering is ten behoeve van de werknemer, maar is vooral gunstig voor de werkgever, omdat deze de Ziektewetuitkering in mindering mag brengen op de loondoorbetaling bij ziekte[1]. Uit praktische overwegingen wordt de Ziektewetuitkering meestal overgemaakt naar de werkgever en deze betaalt zelf het ‘normale’ loon bij ziekte aan zijn werknemer.
Als de werknemer die onder de no-risk valt in de WGA belandt of als deze bij ziek uit dienst een Ziektewetuitkering ontvangt, dan zijn deze uitkeringen geen risico voor de werkgever. In de Wet financiering sociale verzekeringen valt namelijk te lezen dat uitkeringen aan werknemers die onder de no-riskregeling vielen toen zij de WGA of Ziektewet instroomden, niet wordt gefinancierd vanuit de Werkhervattingskas[2]. Ook valt in de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen te lezen dat deze uitkeringen niet op ZW- en of WGA-eigenrisicodragers worden verhaald[3]. Er moet dan bij ziekte wel een aanvraag voor de uitkering van de no-riskpolis zijn gedaan en niet iedere werkgever weet welke werknemer onder deze subsidieregeling valt.
Als een werkgever er te laat achter komt dat zijn arbeidsongeschikte werknemer onder de no-riskpolis valt, dan kan hij alsnog een Ziektewetaanvraag doen bij het UWV. De no-riskpolis hoeft dan niet tot uitkering te komen, want dit kan maar met maximaal een jaar terugwerkende kracht[4]. Er is dan echter wel het voordeel dat een WGA-uitkering niet meer wordt verhaald. Volgens Koolmees zorgt dit gegeven voor ongewenste situaties:
Dit leidt ertoe dat UWV nu een toenemend aantal verzoeken van werkgevers ontvangt om vast te stellen of er in het verre verleden (soms zelfs na 7 jaar) recht zou zijn geweest op ziekengeld als tijdig een claim zou zijn gedaan. Aangezien in dit soort situaties het ziekengeld niet meer tot uitbetaling kan komen, moet UWV in deze situaties uitsluitend voor de hierboven geschetste mogelijke WIA-gevolgen (toerekening of premielasten) een fictief recht op ziekengeld vaststellen. Mogelijk moet de verzekerde daarvoor worden onderzocht door een arts van UWV. UWV moet ook aan de verzekerde brieven sturen over een recht op ziekengeld, dat nooit tot uitbetaling kan komen.
Koolmees wil per 2022 de werking van de no-riskpolis op de WGA verkleinen. Er zal alleen geen verhaal van WGA-lasten op de werkgever plaatsvinden als de no-riskpolis daadwerkelijk tot uitkering is gekomen of nog kan komen. Aangezien de maximale duur van de Ziektewetuitkering 104 weken is, zal de aanvraag uiterlijk tijdens het eerste jaar na de WIA-wachttijd moeten plaatsvinden. Wordt de uitkering daarna aangevraagd, dan is het te laat en zal de WGA-uitkering volledig worden doorbelast. Gezien vanuit de bedoeling van de no-riskregeling is deze aanpassing logisch. Een werkgever hoeft immers niet met jaren terugwerkende kracht overgehaald te worden om een werknemer in dienst te nemen. Voor werkgevers kan het echter een financiële tegenvaller betekenen zodra zij er alsnog achter komen dat de werknemer aanspraak had kunnen maken op een uitkering vanuit de no-riskpolis. Zeker als een dienstverband erg kort heeft geduurd zal deze informatie nog niet aanwezig (kunnen*) zijn. Het is daarnaast de vraag hoe een WGA-eigenrisicodragersverzekeraar zal handelen als blijkt dat de werkgever de schade had kunnen voorkomen door beter geïnformeerd te zijn.
Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel. Volgens Koolmees leidt de wijziging naar verwachting tot een afname van het aantal verzoeken van werkgevers om alsnog recht op een no-risk-uitkering vast te stellen. Dat betekent minder regeldruk voor werkgevers.
Het plan is opgenomen in de Verzamelwet SZ&W 2022. Op dinsdagmiddag 14 september is dit voorstel door de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid controversieel verklaard. Het is dus nog onzeker of het voorstel wordt doorgevoerd en of dit dan per 2022 zal gebeuren.
* pas nadat een werknemer twee maanden in dienst is geweest mag de werknemer vragen naar een no-riskstatus.


