Terug naar overzicht
01 februari 2021

Controversieel

Door de val van het kabinet worden alle onderwerpen die gevoelig liggen van de agenda gehaald en overgelaten aan de Tweede Kamerleden die na de verkiezingen aan de slag gaan. De commissie voor Sociale Zaken & Werkgelegenheid heeft ook haar agenda opgeschoond en dat betekent in ieder geval dat drie wetsvoorstellen even zijn geparkeerd.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De wetsvoorstellen die voor het ministerie van SZ&W controversieel zijn verklaard betreffen het Wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof, het voorstel voor de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie en de Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Ziektewet teneinde het advies van een bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend te maken bij de toets op de re-integratie inspanningen door het UWV. Dat het laatste voorstel als controversieel is bestempeld betekent opnieuw uitstel, iets wat werkgevers zullen betreuren.

Een knelpunt dat werkgevers ervaren bij de loondoorbetalings- en re-integratieverplichtingen is de onzekerheid over de loonsanctie die UWV misschien oplegt. Een werkgever is verplicht een bedrijfsarts in te schakelen voor de verzuimbegeleiding. Op basis van de belastbaarheid die door de bedrijfsarts wordt vastgesteld zal de werkgever de re-integratie-inspanningen vormgeven. Zelfs als het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer wordt opgevolgd, kan echter een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting worden opgelegd, als UWV de inschatting van de bedrijfsarts niet deelt. Als UWV de belastbaarheid (veel) hoger inschat dan de bedrijfsarts heeft gedaan zal de inspanning van de werkgever immers snel als niet voldoende worden beoordeeld. In de periode 2015-2017 was dit de hoofdreden van 12 procent van de 11.150 opgelegde loonsancties.

Minister Koolmees heeft voorgesteld om het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend te maken bij de RIV-toets door UWV. De verzekeringsarts zal dit advies niet langer beoordelen, wat meer zekerheid geeft aan werkgevers en minder werkvoorraad bij verzekeringsartsen. Alleen de arbeidsdeskundige van UWV zal het RIV dan nog toetsen op het punt of de gepleegde re-integratie-inspanningen passend zijn bij het advies van de bedrijfsarts. Een ander moment waarop re-integratie-inspanningen kunnen worden getoetst, is als een werknemer tijdens de WIA-wachttijd ziek uit dienst gaat. Is de werknemer op dat moment langer dan zes weken ziek, dan worden bij de aanvraag van de Ziektewetuitkering de re-integratie-inspanningen getoetst. Ook bij deze beoordeling zal het advies van de bedrijfsarts leidend zijn.

Werkgevers zullen dus 12 procent minder loonsancties tegemoet kunnen zien. Wel zal de WIA-schadelast met naar verwachting 60 miljoen euro toenemen, vanwege minder re-integratieprikkels en het verdwijnen van loonsanctieperiodes waarin re-integratie-activiteit plaatsvindt.

Het was de bedoeling om de wijziging per 1 januari 2021 door te voeren. UWV heeft echter aangegeven dat voor de uitvoerbaarheid er eerst een gemeenschappelijk beoordelingskader moest komen voor arbeidsdeskundigen, verzekeringsartsen en bedrijfsartsen. De bedrijfsartsen moeten hun adviezen over de belastbaarheid van zieke werknemers opstellen aan de hand van dit beoordelingskader. Hierdoor weten arbeidsdeskundigen van UWV hoe de adviezen van de bedrijfsartsen over de belastbaarheid van de zieke werknemers zijn opgesteld en zal dit tot minder of geen vragen aan de bedrijfsarts moeten leiden. Nadat het beoordelingskader is opgesteld moeten de arbeidsdeskundigen nog opgeleid en getraind worden voor de nieuwe werkwijze. Al met al zou het wetsvoorstel per 1 september 2021 uitvoerbaar moeten zijn voor UWV. Wellicht krijgt de uitvoeringsinstelling nu nog iets langer de tijd om zich voor te bereiden.