Terug naar overzicht
21 november 2022

Advies bedrijfsarts en de loonsanctie

Toen het vorige kabinet vanwege de toeslagenaffaire ten val kwam, werd een aantal wetsvoorstellen controversieel verklaard. Eén daarvan was het wetsvoorstel om het advies van de bedrijfsarts leidend te maken bij de toetsing van het re-integratieverslag. Minister Van Gennip is afgelopen voorjaar gevraagd wat er nu met dit wetsvoorstel gaat gebeuren. Haar antwoord is dat ze het voorstel graag weer in behandeling wil nemen, maar of dat nou zo verstandig is?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Toenmalig minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid Wouter Koolmees stuurde op 6 oktober 2020 zijn wetsvoorstel over de toets van re-integratie naar de Tweede Kamer[1]. De wijziging in toetsing was volgens Koolmees nodig omdat er bij werkgevers onzekerheid bestaat over de re-integratierichting. Die onzekerheid bestaat doordat UWV pas aan het einde van twee jaar re-integratie-inspanningen een beoordeling erover uitvoert. Een werkgever is verplicht een bedrijfsarts in te schakelen voor de verzuimbegeleiding. Op basis van de belastbaarheid die door de bedrijfsarts wordt vastgesteld zal de werkgever de re-integratie-inspanningen vormgeven. Zelfs als het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer wordt opgevolgd, kan een sanctie worden opgelegd, als UWV de inschatting van de bedrijfsarts niet deelt. Indien de inspanningen dan als onvoldoende worden ervaren, dan wordt de loondoorbetalingsperiode met een jaar verlengd. Dit is bijzonder teleurstellend als de werkgever netjes alle adviezen van de bedrijfsarts in de voorliggende periode heeft opgevolgd.

Minister Van Gennip is het met haar voorganger eens en wil onzekerheid bij werkgevers over hun re-integratieverplichtingen wegnemen. Het wetsvoorstel moet dit regelen door de verzekeringsarts niet langer een oordeel te laten geven over het re-integratieadvies van de bedrijfsarts. Concreet betekent dit dat een re-integratieverslag puur op arbeidsdeskundige gronden gaat plaatsvinden. In plaats van een mogelijk advies van de verzekeringsarts als uitgangspunt, zou een arbeidsdeskundige dan moeten beoordelen of de re-integratie-inspanningen passend zijn geweest gezien het advies van de bedrijfsarts. Na de wijziging loopt een werkgever die handelt in lijn met het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van zijn werknemer geen risico meer op een loonsanctie. Hetzelfde moet gelden voor de verhaalssanctie in de Ziektewet. Het UWV heeft aangegeven dat ze de wijziging per 1 juli 2023 kan doorvoeren.

De drie vakcentrales, FNV, CNV en VCP, hebben afgelopen voorjaar in een brief laten weten met verbazing, verontrusting en ongemak kennisgenomen te hebben van het besluit om het wetsvoorstel in behandeling te nemen. In de brief vragen de organisaties om de behandeling van het wetsvoorstel uit te stellen. De FNV krijgt naar eigen zeggen nu al vaak van leden te horen dat ze niet tevreden zijn over de begeleiding van een bedrijfsarts of arbodienst. Na de wijziging is de bedrijfsarts, die verbonden is aan de werkgever, aan zet zonder onafhankelijke toetsing.

Felle oppositie dus vanuit de werknemers tegen dit voorstel. Verder zijn verzekeringsartsen en de Tweede Kamerfracties van SP, PvdA en GroenLinks niet enthousiast. Voor UWV zou de wijziging goed nieuws kunnen betekenen aangezien er meer lucht komt voor verzekeringsartsen. Daardoor zou er ruimte kunnen ontstaan om de achterstand in herbeoordelingen terug te brengen. De uitvoerder verwacht dat door de maatregel elf fte’s aan verzekeringsartsen vrijvallen. Daar staat tegenover dat er meer arbeidsdeskundigen nodig zijn en dat deze opgeleid moeten worden voor de nieuwe situatie. Concreet betekent dit een vraag naar achttien fte extra aan arbeidsdeskundigen en 600.000 euro aan structurele kosten.

Op 7 december aanstaande staat in de Tweede Kamer een debat gepland over arbeidsongeschiktheidsonderwerpen. Het is waarschijnlijk dat dit wetsvoorstel dan ook op de agenda zal staan. Meer dan waarschijnlijk dat u daarna weer door ons wordt geïnformeerd.