Terug naar overzicht
13 januari 2020

Aanpassing compensatie transitievergoeding

Dit jaar zullen voor het eerst transitievergoedingen die betaald zijn na een arbeidsongeschiktheidsperiode van 104 weken gecompenseerd worden. Daar is lang naar uitgekeken mede ook in verband met de discussie over slapende dienstverbanden. De compensatieregeling is ingevoerd om cumulatie van kosten van zieke werknemers voor de werkgever te voorkomen. Dat beginsel wordt nu door minister Koolmees losgelaten.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Voormalig minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid Lodewijk Asscher heeft de compensatieregeling voor de transitievergoeding geïntroduceerd. Een werkgever heeft recht op deze compensatie zodra een transitievergoeding wordt verstrekt aan een werknemer waarvan het dienstverband eindigt na de maximale periode van loondoorbetaling bij ziekte. De nieuwe regeling moest ervoor zorgen dat de kosten van zieke werknemers voor werkgevers niet cumuleerden. Loondoorbetaling bij ziekte en vervolgens een transitievergoeding zou te veel van het goede zijn. Met dat uitgangspunt in gedachten werd de vergoeding gemaximeerd op een bedrag gelijk aan het tijdens de ziekte van de werknemer doorbetaalde loon.

Het doorbetaalde loon bij ziekte is redelijk eenvoudig vast te stellen, maar is niet altijd gelijk aan de loonschade die een werkgever daadwerkelijk heeft. Neem bijvoorbeeld de werknemer die onder de no-riskpolis van de Ziektewet valt. Bij ziekte mag de werkgever deze Ziektewetuitkering in mindering brengen. Hetzelfde geldt voor een IVA-uitkering die wordt toegekend na een verkorte wachttijd. Denk daarnaast nog aan de werknemer die met loonkostensubsidie werkt of een WAZO-uitkering met eventueel een aansluitende Ziektewetuitkering. Allemaal situaties waarbij de loondoorbetaling in de praktijk lager uitkomt. Logisch zou zijn, gezien het uitgangspunt van de compensatieregeling, dat alleen met de daadwerkelijke loonschade rekening wordt gehouden. Wanneer echter in deze gevallen een lagere compensatie wordt verstrekt, strookt dat niet met het doel van sommige van deze uitkeringen of subsidies om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken werknemers met een ziekte(verleden) of handicap in dienst te nemen, aldus Koolmees. De minister vindt dat als de werkgever geen of veel minder dan de betaalde transitievergoeding gecompenseerd krijgt bij ontslag na twee jaar ziekte, de prikkel om deze mensen in dienst te nemen grotendeels teniet wordt gedaan.

Koolmees heeft daarom besloten om de maximering van de compensatie op de hoogte van de loondoorbetaling vooralsnog niet zal gelden. De komende tijd gaat de minister nader onderzoeken of, hoe en met welke van de eventueel verstrekte socialezekerheidsuitkeringen bij het vaststellen van het maximale compensatiebedrag rekening kan worden gehouden.